Etappe 18, Albanie, (onder)Buik en ingewanden.... - Reisverslag uit Tirana, Albanië van Ernst Oord - WaarBenJij.nu Etappe 18, Albanie, (onder)Buik en ingewanden.... - Reisverslag uit Tirana, Albanië van Ernst Oord - WaarBenJij.nu

Etappe 18, Albanie, (onder)Buik en ingewanden....

Door: oordkool

Blijf op de hoogte en volg Ernst

21 Juni 2012 | Albanië, Tirana

Etappe 18, (Onder)buik en ingewanden van Albanië…

Vandaag, maandag 21 mei, neem ik afscheid van Alexander en Linda op wier ‘huis’camping ik ruim een week heb gestaan en met wie ik veel contact heb gehad.
Vooral met Alexander met wie diepgaande gesprekken over zijn werk als wiskundeleraar, de (onder)waardering van het onderwijs, het vak en de salariëring. Hij denkt er sterk over om het leraarschap er aan te geven zo genoeg heeft hij er van (waar heb ik dat meer gehoord …?).
Maar ook meer in het algemeen over het dagelijks leven en de ontwikkeling van Albanië.
De alom heersende vriendjespolitiek, het nepotisme, de corrupte en willekeur bij de overheid, lokaal en centraal. Zaken waar hij permanent tegenaan loopt bij de opzet en verdere ontwikkeling van hun, bescheiden, camping. Het slaan in snot, waden door stroop, ploegen op rotsen en water zagen.
Het gevoel van onmacht frustreert hem in hoge mate en het verteert hem zichtbaar. Hij is pas 42 jaar maar ziet er uit als een vijftiger. Het gevecht tegen het zuur....!
Of hij mijn advies: “Kijk naar en wees trots op wat je wel is gelukt en wat je hebt bereikt”. En vooral ‘rek je uit en lach’ ter harte neemt is zeer de vraag.
Het niet luisteren naar de signalen van het lijf zoals de regelmatige krampen in de hartstreek is gokken met je leven. Of zoals inspector Callaghan, alias Dirty Harry, ooit zei: “One’s got to know his limitations…”!
Maar genoeg, het is hoog tijd om verder te trekken, zeker ook met het oog op de
weersverandering die op komst is weer regen gaat brengen.
Op weg naar het Meer van Ohrid want Ageeth komt vrijdag 25 mei aan in Ohrid.
Ik wil ruim voor haar komst Eriba gesteld, spic & span en de was gedaan hebben op camping Peshku. Jazeker, het huishoudelijk werk gaat gewoon door, zeker in een kleine ruimte.
De camping is de enige aan de Albanese kant van het Meer en ligt op slechts 25 kilometer van het vliegveld van Ohrid.

Avontuurlijk traject….,deel I.
De route, dwars over, de provinciale weg naar Korçë is bepaald geen geplaveide weg. Hoewel dit de enige meest directe verbindingsweg is naar het Meer van Ohrid is deze nog niet aan de beurt gekomen in de vernieuwing c/q verbetering van wegen. Er staat me dus wat te wachten.
Volgens de geraadpleegde taxichauffeur moet het kunnen dus daar vertrouw ik dan maar op.
Het is een mooie route die over een aantal pittige bergpassen voert. Hoogtes die mijn combinatie aan moet kunnen. Op weg naar Sarande heb ik er al een flinke genomen.
En, dat is toch mijn voornaamste motief, ik wil, nu ik er toch ben, ook wel wat van de ingewanden van Albanië zien; het rurale leven.
Halverwege de route van 275 kilometer kan ik bij Farma Sotire (Hotel/camping) stoppen om daar te overnachten en in de Taverne Peshku een hapje te eten.
Met gezonde spanning, maar vol vertrouwen ga ik op weg, de beker koffie onder handbereik en broodjes voor onderweg.
Het is eerste deel van het traject naar Gjirokastër ken ik want dat hebben Anthony en ik al gereden. Hij reed toen en ik had alle tijd om van de omgeving te genieten en om deze weg in me op te nemen. Een eind op streek stop ik om nu het verlaten huis op de heuvel wat ik de eerste keer onderweg had gezien van nabij te bekijken. Samen met Kwazi loop ik het bospaadje omhoog en zie dat het geen huis maar een klein koptisch kerkje is geweest. Het is een fraai bouwwerkje dat weliswaar verwaarloosd is maar nog in prima staat qua buitenkant verkeerd. En, het ligt op een prachtplek met wonderschoon uitzicht. Foto’s gemaakt voor ‘je weet maar nooit…’!
De bergpas kost de combinatie in het klimmen noch het scherpe dalen, rond de 10%, geen enkele moeite.
Inmiddels heb ik het afremmen op de motor aardig onder de knie gekregen zodat de remmen spaarzaam worden gebruikt. De rechte snelweg SH4 via Gjirokastër naar Tepelene is na deze bergpas natuurlijk a piece of cake. Een mooie adempauze voor wat nog komen gaat.
Het echte avontuur begint als ik even voor Tepelene rechtsaf sla de provinciale weg op.
Amper op deze weg en ik beland in een grote schaapskudde waarbij de twee schaapherders de groots mogelijke moeite hebben om de meute naar één kant te krijgen zodat ik er langs kan. Veel ruimte rest er niet want een grote touringcar nadert van de andere kant. Met maar een paar centimeter aan weerszijden, spiegels ingedraaid en op schuifel, schuifel tempo passeren we de kudde en elkaar; het is gepiept. Daarna is de weg weer helemaal voor mij en heb ik alle ruimte om zoveel mogelijk in een rechte lijn te rijden en om de gaten en stukken rots te ontwijken. De weg is overzichtelijk en vooralsnog prima.
Het landschap is prachtig, rechts van de weg in de diepte de uitgesleten vallei met de flinke bergstroom en in de verte de besneeuwde bergtoppen die de grens tussen Albanië en Griekenland markeren. De zon schijnt en de variatie in groenen en bloemen, veel klaprozen, gele brem, rozen van allerlei kleur en geur zijn een lust voor het oog en dit alles maakt het sturen aangenaam. Geregeld stop ik om een fotootje te schieten. Onderweg kom ik weinig andere weggebruikers tegen. Ook dat maakt het rijden prettig.
Als ik door de dorpjes Këlcyrë, Kosinë, Përmet en Petran rij gapen de localo’s mij, de combinatie, met verbazing aan. Een wonderlijk verschijnsel blijkbaar het busje met een huisje op wielen er aan. Het is duidelijk dat zich in deze contreien zich (nog) niet veel toeristen (hebben) begeven.
Het leven lijkt hier te hebben stilgestaan. Hier geen Mercedessen maar Zastava’s;
de Roemeense Fiat. En, uiteraard, de ezel die de veel voorkomende levende ‘motor’ is voor mens en last vervoer. Schotels zijn er wel overal, dus ‘de wereld’ komt via het ‘kleuroog’ wel het dagelijks leven binnen.
Bij Draçure, waar de weg linksaf de bergen in gaat, stop ik bij het pompstation/wasplaats annex café-restaurant om even een koel colaatje te drinken, te rusten en om al Kwazi lopend de benen te strekken. Terwijl ik m’n Cola drink en van het uitzicht geniet wordt de bus en Eriba met de hogedrukspuit schoongespoten voor de het lieve bedrag van €2! Verfrist en verkwikt begin ik aan het laatste loodje van deel I van de route via de plaats Leskovik naar het dorpje Gërmenj waar Farma Sotire zich moet bevinden. Een afstand van maar 30 kilometer. Op het oog niet veel maar dit is wel het deel van de route dat over een aantal bergpassen, kronkel, kronkel, leidt waarvan één 1411 meter hoog.
Al snel blijkt de weg ernstig door de tand des tijds te zijn aangetast. Behalve de veelvuldige en flink gapende kuilen blijken sommige gedeeltes weggeslagen en is er een soort bypass gemaakt. Asfalt is spaarzaam geworden en gewoon grove steenslag is nu het wegdek. Op de top van de bergpas waar het wegdek meer weg heeft van een zandafgraving en waar het ter plekke erg smal is kom ik een Franse auto tegen. De vier Fransen beloven me nog het nodige oh la la, en ik hen ook; lachen. Maar eens zijn we het, los van de soms erbarmelijke staat van de weg over deze route die de prachtige natuur toont, schitterende vergezichten biedt en de primitieve staat van leven op het land en de dorpjes laat zien.
Nou de Fransen hebben niet teveel gezegd, met wat vochtige handen manoeuvreer ik langs gapende gaten en scheer ik langs bergwand en afgrond.
Deze weg had ik nooit samen met Ageeth kunnen nemen; recept voor een echtscheiding. Maar, jeminee wat een hartstikke mooie tocht!
Leskovik is een behoorlijke plaats met duidelijk een belangrijke regiofunctie. De school is net uit dus er is een drukte van belang.
Ik rijd even verkeerd maar wordt keurig weer, vriendelijk gebarend, op de rechte weg gezet. De mensen zijn overal allervriendelijkst en kijken hun ogen uit naar mijn combinatie.
Nog een bergpasje en in de bocht van de weg ligt, niet te missen, Farma Sotire.
Ik ben blij dat ik er ben want ik ben kapot! Deze route vergt veel concentratie en ik ben al ruim zes uur, kruipie sluipie onderweg. Hoogste tijd om te stoppen.

Farma Sotire….
Farma Sotire is een prachtige gelegen oase in een groene vallei op hoogte tussen flinke beboste heuvels. Een bergstroom, ter plekke gekanaliseerd, loopt dwars door de tuin van deze uitspanning. Hier wordt de forel vers gevangen en is uiteraard onderdeel van het menu.
Het restaurant is een grote blokhut en heeft een grote tuin vol bloemen, wilde blauwe, gele en witte irissen, met mooie terrassen met rieten koepels als parasols. Een aantal blokhutten zijn de hotelaccommodatie. Een echte camping hebben ze niet, maar er is grond genoeg om, gratis, te gaan staan.
Ik zet Eriba op de gravelgrond van het parkeerterrein, dit uit voorzorg vanwege de regen die wordt verwacht. Ik wil geen problemen om aan te koppelen en weg te komen. Ik ben de enige dus dat is ook al geen probleem. Zoals er overigens nooit problemen zijn heb ik al snel geleerd hier. Mijn elektriciteitskabel wordt in het stopcontact van een van de blokhutten geprikt, geen probleem.
Voordat op het terras ga zitten maak ik eerst met Kwazi een rondje, ook hij is blij dat we stoppen. Hondlief is niet erg gecharmeerd van dit soort routes met veel (haarspelt)bochten, stijgen en dalen, logisch een Wetterhoun van het vlakke Friesche Land.
En dan, sigaartje en een biertje, goh wat kan bier na zo’n toch dan toch heerlijk zijn.
De ontvangst bij Farma Sotire is allervriendelijkst. Ik zit amper of er verschijnt een familie in Mercedes. Pa, ma, met zoon, dochter en opa. We wisselen een groet uit in het Engels en even later drinken we gezamenlijk een biertje. Ik raak in gesprek met de zoon die goed Engels spreekt, evenals zijn zus. Van origine zijn ze uit deze streek afkomstig en was pa van oorsprong landbouwer. Maar tegenwoordig blijkt hij directeur/eigenaar van een Vuilophaalbedrijf gevestigd in Dürres. In no time praten we over de wereld van de vuilinzameling. Voor even ben ik terug in de tijd waarin ik toenmalig zoveel succes heb gehad als interim-manager bij de Reiniging in Amsterdam. Voor vier/vijf duizend euro koopt hij 10 jaar ‘jonge’ vuilniswagens in Duitsland en die rijden hier dan nog eens 10 jaar of zo.
Of ik een oplossing weet voor het ziekenhuisafval, net als overal een zeer gespecialiseerde soort afval, deels laag radioactief, dat je niet zomaar kan ‘dumpen’ op een vuilstortplaats.
Alles op het gebied van afvalinzameling en -verwerking staat hier nog in de kinderschoenen.
Menig avonturier mengt zich in de branche om snel veel geld te verdienen, dumpen kan ongezien! Een volksaard want iedereen pleurt van alles en nog wat op straat, in de berm of indien omvangrijker in een of andere afgrond; hup weg ermee!
Tijdens het eten, ik koos voor het lamgerecht, erg lekker, leuk, boeiend gesprek met zoonlief.
Voldaan in alle opzichten sloot Eriba me in haar armen en sloeg Morpheus toe. Midden in de nacht word ik wakker van de plensbuien die luidruchtig tikken op het dak.
‘s-Morgens spurt ik naar de blokhut om te douchen, eigenlijk hoeft het niet want in het korte stukje ben ik ben ik al doorweekt. Niettemin een lekkere warme douche is niet te versmaden.
In de tussentijd stopt de regen en breekt de zon door. Het enige vochtige dat ik overhoud zijn m’n schoenen als ik Kwazi uitlaat. Hij kan hier lekker los rondrennen en snoekduiken nemen, gelijk slidings, in het sompige hoge gras.
Het ontbijt is ook prima, twee spiegeleitjes (vers van eigen kippen), zelfgemaakte marmalade en een lekkere grote mok thee; top!
Voor verblijf, avondeten en ontbijt reken ik vijftien euro af, zeg nou zelf….!
Ik beloof mezelf om hier naar toe terug te gaan met Ageeth, alleen de bus en overnachten in een blokhut.

Traject deel II….
Om 09.00 uur, ik heb een briefje achtergelaten voor zoonlief die ik op de valreep bij het instappen nog even zie en de hand schut, vertrek ik.
De bus naar Gjirokastër is kort tevoren gearriveerd, een simpel getoeter is voldoende om eventuele passagiers te waarschuwen. Deze tocht kan dus ook gewoon met het openbaar vervoer worden afgelegd. Meerdere malen per dag gaan er bussen vice versa.
Dit traject is volgens de eigenaar van de ‘Oase’ een stuk beter, heel goed te berijden; no problem.
Ik ben blij dat ik Eriba op het parkeerterrein had staan en zonder problemen kon aankoppelen en wegrijden. Kwazi kijkt wat vreemd op als ik weg rij zonder hem. Ik moet wel een stukje oprijden want ik heb geen zin om hem in de plas gelijk een klein meertje te laten instappen.
Maar wat graag springt hij naar binnen, logisch want een beter baas krijgt hij natuurlijk niet!
Amper on the road merk ik weinig van die zogenaamde betere weg. Na het korte stukje asfalt is het weer een en al plakwerk wegdek. Het blijft wonderlijk hoe buitengewoon slecht wegdek wordt afgewisseld met prima geasfalteerd plaveisel. Het is net als met de huizen waarvan heel veen in onaffe staat zijn. Het geld is op en dus moet het vervolg uitgesteld worden tot er weer liquiditeit is.
Al snel begint het klimmen weer en flink ook, bochten draaien dat je er tureluurs van wordt. Geen moment om je te vervelen, het is oppassen geblazen en er zijn heel wat punten dat ik blij ben geen tegenligger me tegemoet komt. Na de top ineens een enorme grote hoogvlakte met zomaar een enorm verzetsmonument geheel in fel realistische Sovjetkunst.
Al vrij snel na de hoogvlakte is het weer stevig klimmen en knijp ik hem als een forse steile hobbel net voor de top de wielen doet spinnen. Ondanks flink gas bij het aanloopje slippen de banden weg op de vochtige gravel ondergrond. En dan is dat ook nog een smal gedeelte waar bovenaan een flinke touringcar op mij staat te wachten. Het zweet staat in mijn handen als de bus het niet lijkt te kunnen trekken. Maar op de valreep, gelukkig nieuwe banden, lukt het toch net. Een zucht van verlichting en een gebaar naar de buschauffeur zo van kiele kiele kruipen we over de hobbel. Van alles blijkt dit het enige punt dat het bijna mis ging.
Want als je eenmaal stilstaat kom je gewoon niet meer weg en dan….?
Heerlijk dat deze ‘hobbel’ ook genomen is, wat kan er nog gebeuren?
In het dorpje Barnash stop ik voor een oude man die naar Erseke moet, een stadje verderop.
Even schrikken als hij Kwazi ‘ontdekt’ maar hij stapt toch in. Het enige ‘vermoeden’ van communicatie is gebarentaal.
Het landschap blijft adembenemend, dit is het ware Albanië, ongerept, maagdelijk, onontdekt.
Dit is de buik, dit zijn de ingewanden van dit onbekende, decennia lang totaal geïsoleerde land. Zelfs hier kom je overal die betonnen paddenstoelen tegen, bunkers en nog eens bunkers.
In Ersekë stapt mijn lifter uit mij uitvoerig dankend en hij wijst me hoe ik verder moet richting de volgende plaats Korçë. Een lange afdaling brengt op de laagvlakte waar deze stad ligt. Het is een flinke stad met een druk centrum waar ik gelukkig buiten blijf op weg naar het 38 kilometer verder gelegen Pogradec, volg borden Tirane, aan het Meer van Ohrid.
De rondweg toont het armoedigste van het armoedigste, flatgebouwen van een hoog krotgehalte waar toch in gewoond schijn te worden. Wat een contrast met de moderne, foeilelijke spiegelglas kantoorfallussen in het centrum. Even voor de stad zie ij een modern ogende Penintiaire inrichting. Dat valt dan toch weer mee, althans de buitenkant.
De weg van Korçë naar Pogradec is goed, ook de bergpas die vlak voor de grote stad genomen moet worden is goed Meer van Ohrid, voor het eerst in mijn leven, zie.
Een prachtbeeld. Ik wentel me omlaag en doorsteek het drukke Pogradec zonder noemenswaardige problemen.
Nu nog maar zeven kilometer naar camping Peshku, een route die langs het Meer voert.
Op diverse plaatsen onderweg lopen jongens met ware doodsverachting de weg op om hun waar, lange aalachtige vissen van het Meer, aan te prijzen. Het is niet gering om hen en de grote gaten in de weg te ontwijken en oog te houden op het tegemoet komende verkeer. Zoals altijd bij laatste loodjes zit het venijn in de staart en het is goed oppassen geblazen bij de smalle weggedeeltes waarvoor het passeren erg weinig ruimte rest. Dan is de 2.30 meter brede Eriba wel breed. Maar goed ook dit gaat allemaal goed en met gemak draai ik onder de toegangsboog door naar de ingang van de camping.
Simon, de eigenaar komt me tegemoet en zegt dat ik op mijn gemak een plaats kan kiezen.
Ik ben de enige gast op dit moment.
Eerst verken ik het niet erg grote terrein van gras. Ik rijd er op en ben druk met het op de plek zetten van Eriba. Net als ik denk dat ik goed sta merk ik dat de deur van de caravan aan de verkeerde kant staat, nl op de wind. Opnieuw dus, met een grote boog rij ik langs de jonge boompjes over een smal stuk gras. Heel veer kom ik niet want de bus en Eriba zakken weg in de doorweekte bodem. Ik sta vast, geen bewegen aan. Simon is naar de stad, nou wachten maar.
De volgende dag duwen scholieren, die het café-restaurant als ‘place to be’ hebben geadopteerd voor hun pauzes en waar Simon hun favoriete muziek op discovolume draait en karaoke nog immer in is, de bus uit de greppel. Zo ik kan in ieder geval naar de stad om boodschappen te doen. Later in de middag komt een tractor om Eriba op de door mij gewenste plek te zetten, wat lukt. In plaats van voetafdrukken heb ik flinke sporen getrokken; No problem!
Zonder bescheiden te zijn stel ik vast dat we de mooiste plek van de camping hebben.
Tijd en vooral weer om van een biertje op het terras te genieten is er niet want het begint weer flink te waaien en te regenen.
Nog mooi op tijd doggiewalk ik Kwazi, waarbij het voorhanden traject de voormalige spoorlijn is die langs het Meer loopt.
Eeuwig zonde dat hier geen treinen, bij voorkeur stoomlocs, meer rijden. Het is een heel mooi traject pal langs het Meer. Ik wou dat ik bulkte van het geld en met treinfanaten deze lijn in ere zou kunnen herstellen, een waarlijk toeristische trekpleister; wat een potentie dit gebied en deze kleine camping.
Camping Peshku, heeft, gelijk Farma Sotire, haar eigen forelkwekerij. Heerlijke zalmforel zo uit het water, op de gril hup op het bord.
Wonderlijk is het dat in het kwart van het Meer van Ohrid dat Albanees ‘watergebied’ is wel gewoon gevist mag worden en in driekwart Macedonische deel dit verboden is.
Ik vraag me af of de vissen dit inmiddels in de gaten hebben gekregen?
Jullie zullen begrijpen dat de vis en de wijn me bijzonder goed smaakte en ik met, gepaste, trots terug kijk op de avontuurlijk rit van de kust naar het Meer hier.
IK zou het voor geen goud hebben willen missen en wat een geluk dat ik alleen was anders zouden we deze rit niet gemaakt hebben. En alle reden om Ageeth over enige dagen als ze er weer is mee te voeren naar Farma Sotire om ook haar een deel van de ingewanden van
Albanië laten zien en in het bijzonder de oase Farma Sotire.
Nog drie nachtjes slapen en dan komt Ageeth aan op het vliegveld van Ohrid. Mooi voor mij de tijd om Eriba te kuisen en verder alles op orde te brengen voor ‘Welkom terug Ageeth….’!

  • 21 Juni 2012 - 18:19

    Joke:

    Hallo lieve luitjes, want Ageeth is inmiddels weer terug denk ik zo en de reis zal al wel weer verder zijn dan het meer van Ohrid. Er is hier in Ohrid een boel veranderd als ik het zo zeggen mag en te zien is op de foto's. Inderdaad waden door stroop etc. Waar kennen we dat ook al weer van?En de vuilnisophaal lijkt ook wel een neverending story. Ik ben hier, je gelooft het niet, precies 40 jaar geleden geweest en er was nog geen sprake van camping en terrassen met tafels en parasols.De camping van toen was een schamel grasveldje zonder toiletten en douches en de mensen die ook op het terrein woonden hadden wel een huis, nou ja, gestapelde stenen en er zaten ramen in, maar geen glas. De wind kan ik me nog goed herinneren. Een lekkere woei zal ik maar zeggen. De weg naar het dorp was een soort van steenslagweg, maar in het plaatsje liepen de bewoners 's avond te paraderen of het de boulevard in Nice was. Naar Albanië gaan was geen optie, je mocht het land gewoon niet in. Ik had ook nog een reactie geschreven bij je Albanië verhaal, maar dat is verdwenen zag ik. Het optreden afgelopen zondag in de tuin met Ernst Jansz en zijn muzikanten Guus Paat en Richard Wallenburg was geweldig en we hebben er erg leuke reacties op gekregen, ook van de muzikanten zelf. De foto's staan op de website Makan Catering onder tuinterras. Voor nu was het dit weer even en misschien hebben we elkaar binnenkort even op Skype als het mogelijk is. Ik hoop dat met jullie alles goed gaat en voor nu dus lieve groeten uit een stortregend België. Dikke kus ook van Ad

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Ernst

Actief sinds 18 Nov. 2011
Verslag gelezen: 646
Totaal aantal bezoekers 70934

Voorgaande reizen:

07 November 2011 - 07 November 2012

Door 'Euro'pa.....

Landen bezocht: