Etappe 17, Albanie, de kust..... - Reisverslag uit Tirana, Albanië van Ernst Oord - WaarBenJij.nu Etappe 17, Albanie, de kust..... - Reisverslag uit Tirana, Albanië van Ernst Oord - WaarBenJij.nu

Etappe 17, Albanie, de kust.....

Door: oordkool

Blijf op de hoogte en volg Ernst

17 Juni 2012 | Albanië, Tirana

Etappe 17, Albanië,de kust....

Wat, wie, waarom…?
Albanië (Shqipëria) is 27.389 m2 klein, telt krap 3 mln. inwoners (Nederland 41.526 km2 en 16.700 mln. inwoners), is het onbekende land.
Het land van koning Zog I, ten tijde dat A. Den Doolaard er doorheen reisde, aan wiens bewind een einde kwam met de bezetting in 1939 door de Italianen en ‘afgelost’ door de Duitsers in 1941.
Op de conferentie op Jalta kwam bij de verdeling Albanië, in tegenstelling tot Griekenland, onder Sovjet-Russische invloedsfeer. Gelijk de andere landen van de Balkan verdween zij, letterlijk, achter het Stalins IJzeren Gordijn.
Enver Hoxha (1908 - 1985), één van de strijders uit het sterk gefractioneerde verzet bleek de sterkste en werd de roerganger. Hij is één uit de rij van dictatoriale leiders die, naar voorbeeld van Joseph Stalin, het land met ijzeren vuist ging regeren.
Na de dood van Stalin heeft hij zich niet kunnen vinden in de de-Stalinisering koers van Chroetsjov en de daaropvolgende Sovjet-Russische leiders. Hoxha bleef stalinist in hart en nieren. Albanië raakte verder en verder geïsoleerd tot op het autistische af. Het hoogtepunt daarin was in 1967 het bij wet afschaffen van religie; een atheïstische staat, een unicum in de wereld. Ook het contact en de relatie met Volksrepubliek China hield geen stand.
De enige minieme contacten die het land onderhield was met Frankrijk, het land waar Hoxha aan de universiteit van Montpellier biologie (niet afgemaakt) heeft gestudeerd ten tijde van het socialistische bewind van Léon Blum. Met zijn landgenoot studenten, die wel hun graad behaalden, heeft hij, eenmaal aan de macht, ‘afgerekend’!
En met Zweden, onder leiding van de socialistische premier Olof Palme, waren er contacten.
Ook met ons land waren er sinds 1970 diplomatieke betrekkingen.

Het isolement heeft diepe sporen getrokken in de ontwikkeling van het land en de vorming van haar bevolking. Na een partijzuivering in 1982 kwam Ramiz Alia boven drijven en hij was het die na de dood van Hoxha in 1985 aan de macht kwam.
Demonstraties eind 1990 en begin 1991 voor vrije verkiezingen leidde tot een stille wende met vrije verkiezingen in juni van dat jaar. Hiermee kwam communistische bewind ten einde.
Vanaf dat moment is het stuivertje wisselen tussen de conservatieve PSD en de socialistische PSS die elkaar het licht in de ogen niet gunnen, vooral ook in de persoonlijke verhoudingen.
Dit werkte ontwrichtend op het democratiseringsproces en de verdere ontwikkeling van het land. In 1997 stond het land aan de rand van een burgeroorlog toen bleek dat vele mensen hun spaargeld verloren door het faillissement van dubieuze investeringsfondsen. Een gevolg van door fraude, intimidatie en geweld beheerste, door de socialisten geboycotte, verkiezingen in 1996 die een ‘elite’ aan de macht bracht waarbij nepotisme (maffia) hoogtij vierde.
Een ander spannend moment was de Kosovo crisis in1999.

Het heel arme, voornamelijk agrarische, land heeft zich in twintig jaar met vallen en opstaan langzaam opgericht en ontwikkeld. Een broze democratie waar het recht van de sterkste flink nog steeds opgeld doet. Gelijk Roemenië en Bulgarije blijkt dat de gang van deze jonge democratieën zich voltrekt via nepotisme en corruptie. De politici en de centrale overheid zijn gevoelig voor en onder invloed van steekpenningen en persoonlijke belangen.
Ze lijkt te vervallen van het ene extreme in het andere.
Het proces van democratisering gaat niet zomaar via de weg der geleidelijkheid. Echter, er is een sterke wil om zich te ontworstelen aan het verleden en ze wil, gelijk de andere Balkanlanden, graag toe treden tot de Europese Gemeenschap waar ze in 2003 een associatie verdrag mee sloot.
Besprekingen om aspirant lid te worden zijn in een beginfase. De weg naar toetreding is nog lang.
Albanië zal moeten bewijzen dat ze de corruptie kan bedwingen en een werkelijk betrouwbare overheid kan opbouwen, gezonde politieke verhoudingen kan verwerkelijken en stabiele regeringen kan voortbrengen.
Een proeve van betrouwbaarheid was het sturen van troepen in 2003 naar Irak een actie die zeer op prijs werd gesteld door de Amerikanen. De beloning kwam in 2009 met het toetreden tot de NATO.
Albanië het land van 750.000 bunkers die als paddenstoelen over het gehele land verspreid liggen en even zo vele ezels telt. Is er een relatie?
Onvoorstelbaar hoeveel geld gespendeerd is aan deze onooglijke cementklompen allemaal om ‘de vijand’ tegen te houden en de bevolking, toen 2.5 miljoen, te ‘beschermen!
Voordeel van haar zelf gekozen isolationisme en bovengenoemde geldvernietiging is dat
het land amper vervuilende industrie kent. Een uitzondering vormt de grote raffinaderij bij de plaats Fier dat haar naam geen eer aan doet zo smerig is de lucht en de vervuiling van het meer en het overige oppervlakte water.
Het land, vooral het binnenland, is nog ongerept. De kustlijn wordt, gelijk Spaans en Portugees voorbeeld, al flink met hotels en wat dies meer zij volgebouwd. Alleen de toeristen komen nog niet in groten getale.

Waarom naar Albanië….
Onze plannen om na Italië naar Griekenland te gaan werden gedurende onze reis bijgesteld vanwege de toenemende berichten over agressiviteit jegens de Duitsers en Nederlanders.
Dit als gevolg van onze rol en houding ten opzichte van de Grieken, wij worden gezien als
‘de boosdoeners’. Alles bij elkaar genoeg reden om Griekenland maar even te mijden.
Bovendien is de kortste afstand met de ferry over de Adriatische Zee die van Italië naar Albanië. De overtocht van Bari naar Dürres duurt acht uur, een tijdspanne die voor Kwazi, in de caravan gedurende deze boottocht, goed te doen is. En het is tevens de kortste route naar het Meer van Ohrid wat onze volgend reisdoel is.
En, ik vind het eigenlijk wel boeiend om een zo onbekend land te gaan ontdekken.
Ageeth is niet erg blij met mijn keuze, mede vanwege verhalen over de bijzonder slechte wegen in Albanië en het ontbreken van campings.
Contact met Nederlanders, die al zes jaar een camping/B&B runnen in Barballush, heeft deze reputatie in gunstige zin bijgesteld. Alles bij elkaar voor mij voldoende reden om met vertrouwen dit avontuur tegemoet te zien.

De overtocht….
De overtocht verliep rimpelloos in alle opzichten. De zee was als een spiegel zo glad en op de vertraging bij vertrek na ging alles prima.
Rond half tien zaterdagochtend 5 mei jl. reed ik, als een van de eersten de ferry af. Ik volgde de anderen en kwam dus vanzelf bij de paspoortcontrole. Zonder enig probleem en een stempel in het paspoort rijker reed vervolgens langs de douane. Ook hier moeiteloos door.
Hoe verder, waarheen, dat blijkt een ander verhaal. De bewegwijzering ontbreekt.
Dus maar rechtdoor, een andere keuze is er eigenlijk ook niet. Onderweg even gestopt zodat Kwazi zijn lang uitgestelde sanitaire behoefte te bevredigen. Geen probleem voor hem.
Een beveiligingsman stopt en vraagt of alles in orde is, heel aardig hij spreekt Engels.
Hij geeft aanwijzingen hoe te rijden en zo begeef ik me weer op weg en rijdt dwars door Dürres. Het is een flinke havenstad met behoorlijk wat hoogbouw. En een groot reclamebord met een advertentie van Amstel. Het is behoorlijk druk en het is goed opletten geblazen want er rijdt van alles.
Van brommers tot ezelwagens en vooral Mercedessen. Opvallend hoeveel er hiervan rondrijden, zeker vier van de vijf auto’s is een Mercedes, de Trabant van Albanië.
Blijkbaar is het ‘gelijkheid syndroom’ van voorheen ten aanzien van merk auto nog springlevend.
Wonderlijk ook dat uitgerekend deze poenerige prestige auto, uiteraard wel gedateerde modellen, juist in dit arme land zo prominent aanwezig is. De reden, zo zeggen de Albanezen zelf, is dat de Mercedes het beste bestand is tegen de slechte wegen. En ze hebben er zoveel dat er altijd en overal onderdelen, meerderehands, aanwezig zijn. En lassen doen ze alles.
Op een splitsing belemmer ik even de doorgang omdat ik niet weet of ik links of rechts moet aanhouden. De richting wordt me armenzwaaiend aangeduid en zo vervolg ik mijn weg.
Een wonderlijk slecht stuk weg blijkt toch de verbinding tot de snelweg.
Opgelucht haal ik adem, ik zit op de goede weg en ben weg uit de drukte en de gekte van Dürres.
Het reisdoel is camping Pa Emer (=geen naam) aan de kust bij het dorpje Karpen.
Onderweg zie ik aan de andere kant een verkeersagent, ik stop en loop naar hem toe om de weg te vragen. Tom doet niet mee, die kan niets vinden. De agent loopt met me mee houdt een auto aan en zegt tegen de chauffeur wijs deze man de route.
Geen probleem want hij gaat toch dezelfde kant op. Keurig geeft de man mij de richting aan en ik zie het bordje Kamping.
Ik maak kennis met de wegwerkzaamheden. Onder een viaduct is het wegdek nog niet klaar en verengd de weg zich tot één baan. In slakkengang rijdt eenieder over een stuk van circa dertig meter ‘rough’ vol stenen en gaten voordat de asfaltweg in volle breedte zich weer aandient. Een soort verkeersdrempels die zeer effectief alle snelheid wegnemen, heel apart.
Onderweg zie ik onderweg de volgeladen karretjes met een ezel ervoor en de loslopende koeien die gewoon in de berm staan te grazen onverstoorbaar bij het voortrazende en luid toeterende verkeer. En de mensen gewoon met de hand hun land bewerken en geen kleine stukjes! Mooie groene velden op een aantal plekken vol met klaprozen, een prachtcombinatie.
En dan ineens aan deze landweg, in the middle of nowhere, een gloednieuw benzinestation
Dwars door het dorp Synej, waar het hotel/restaurant nou niet bepaald oogt om daar te gaan eten of overnachten. Het hele dorp met mini-mini ‘super’marktjes ziet er afgeleefd uit maar tussen de onaffe vermoedens van huisjes staan gloednieuwe huizen en betonnen skeletten die de ambitie van wat het moet gaan worden tonen. Of de huizen waarvan de begane grond klaar is maar de bovenverdieping(en) nog op voortgang wachten. Enerzijds omdat het geld even op is of omdat de gezinssituatie nog geen verdieping behoeft.
Onmiskenbaar aan de horizon steken de puntige torentjes, met luidsprekers omhangen, van de minaretten in de lucht. Met de vrijmaking van het land is het geloof weer letterlijk bovengronds gekomen en toont het een sterk islamitische gehalte; 60% van, vooral het arme agrarische deel, de bevolking hangt dit geloof aan. Decennia van opgelegd staatsatheïsme hebben duidelijk niets uitgehaald.

In het dorpje Karpen, ook hier links en rechts nieuwe huizen veelal van teruggekeerde gastarbeiders, was de weg naar de camping de laatste twee kilometer abominabel.
Ik vroeg me af of ik wel op weg was naar de goede camping want dit was bepaald niet het beeld dat ik op de website had gezien en wat er top uitzag.
Passerende Zwitsers in VW-kampeerbusje bevestigden dat ik op de ‘goede weg’ was; mooi. De laatste honderd meter ben ik maar even gaan lopen om te zien hoe de camping er uit zag en of ik er überhaupt wel kon komen. De ontvangst door Elez Poposhi, een bekend schrijver, was alleraardigst. Hij liet me de camping en mogelijke standplaatsen zien. Dochter Rudina waarmee ik gemaild had blijkt dit in Tirana, waar ze studeert, op afstand de PR te doen.
Vanwege de steile helling gekozen voor optie strand. De plekken zijn mooi maar te smal om Eriba er in één keer in te sturen. En net als je de mover nodig hebt is de accu leeg, acht uur aan boord van de ferry de koelkast koel houden bleek te veel. Andere plek was ruim genoeg om door te rijden. De bus raakte bijna vast in het natte zand, maar het lukte.
Zo we staan en mooi, zo aan het strand. Ik ben in Albanië.

Ontmoeting…. (1)
Op zondagmiddag 6 mei schuif ik op het terras aan bij een gezelschap rond zoon Leonard.
De twee gasten zijn vader en zoon. Pa, (67) is de filmregisseur Mevlan Shanajen, een godheid in Albanië, die nog steeds doceert aan de Academie der moderne kunsten in Tirana.
Zoonlief is in zijn voetsporen getreden en heeft behalve als acteur nu, naar het schijnt succesvol, zijn eerste schreden gezet als regisseur. Het is een bescheiden dertiger die enigszins stottert, niet geheel verwonderlijk met een vader die zeer dominant en veeleisend is. Zijn eerste korte film is in eigen land een groot succes hij hoopt uitverkiezing en vertoning op het Rotterdams International Filmfestival 2013. Tijdens hun lunch, en daarna, gezellig en geanimeerd doorgepraat onder genot van een heerlijke witte Franse Chardonnay.
Bij het afscheid de van harte uitnodiging om langs te komen in Pogradec aan het Meer van Ohrid waar de familie een groot vakantie heeft waar ze de zomermaanden doorbrengen.

Ontmoeting….(2)
Aan het einde van de middag de volgende dag gaan Piro een redelijk Engels sprekende op de camping werkzame tuinman en jeugdvriend van Leonard, een wandeling maken.
Hij met zijn één jaar jonge teef Sazou, en ik met 20 maanden jonge reu Kwazi. Nou die twee dat was direct feest; liefde op het eerste gezicht. We zijn nog maar net op weg of Kwazi jaagt een vrouw die haar vuilnis gewoon zo langs het pad kiepert de stuipen op het lijf door luid blaffend op haar af te rennen. Het is even spannend als zij van alles en nog wat schreeuwend (Kwazi begrijpt die taal niet) vervaarlijk zwaaiend met haar zeis hem afweert. Een korte ferme vermaningkreet mijnerzijds doet hem inzien dat zijn vertoon van macht genoeg is geweest en zonder verwondingen voegt hij zich weer bij ons.
Het werd een twee en een half uur durende wandeling, met flinke klauter en klimpartijen, door het groene land met diepe en steile inhammen en over het kiezeltjes strand langs de blauwe zee; prachtig. We passeren mannen en vrouwen die hun stukken land met de hand bewerken terwijl de ezel, bepakt en bezakt, geduldig wachtend graast. We worden vriendelijk begroet en nagewuifd.
Onderweg verteld hij over zijn achtergrond en huidige leven. Zijn vrouw en drie kinderen wonen in Athene waar hij eens om de zoveel weken naar toe gaat. Hij heeft behalve zijn eigen appartement nog twee appartementen, één voor zijn ouders en één in de verhuur. Hij zou de appartementen graag verkopen maar gegeven de economische situatie is dat bijzonder moeilijk. Samen met vriend Leonard is hij bezig om een stuk grond te ontginnen in het binnenland niet ver van de hoofdstad, zijn vrouw is een stadsmens, om daar een ecologische boerderij te beginnen, zijn levensdroom. Hij wil zijn jonge kinderen gevoel voor het landleven bijbrengen en meegeven.

Ontmoeting….(3)
Tegen de, prachtige, avondschemering zijn we terug. Ik heb geen zin meer om te gaan koken en besluit om de campingkeuken te beproeven; vis uiteraard.
Het restaurant, de receptie en de gastenkamers, een verdieping lager, bevinden zich in de grote blokhut. Deze enorme blokhut, naar Canadees voorbeeld, is als zelfbouwpakket in Litouwen gefabriceerd en ter plekke in elkaar gezet bovenop twee grote bunkers. De bunkers zijn een solide fundament en het zijn tevens mooie ruimtes voor de werk- en voertuigen.

Het tafeltje telt twee couverts, er komt ook een Duitser eten. Helmut, een veertiger, trekt op zijn crossmotor met alleen een tentje en wat kleren als bagage dwars door de Balkan.
Hij heeft er inmiddels al zo’n 4000 km opzitten en dat in één week! Aardige kerel die er jaarlijks altijd even in zijn eentje op uittrekt met de motor even weg van de stress. Hij kiest dan bij voorkeur de kleine weggetjes, hoe moeilijk begaanbaar ook. Hij rijdt dwars door de ingewanden van de landen. Het was een echte ontmoeting, een gesprek met diepgang; het was alsof we elkaar al jaren kennen; oude zielen.

Kavajë….
De volgende ochtend vroeg worden Kwazi en ik gewekt door Sazou die is losgebroken om naar haar liefje te rennen. Nou Kwazi laat zich niet onbetuigd en samen rennen ze zich rot op het strand tot ze er bij neervallen. Zo zij hebben zichzelf mooi uitgelaten.
Nu hij zo lekker z’n energie heeft gebruikt kan ik mooi een paar uur op pad zonder hond.
Voordat ik vertrek vraag ik aan Elez naar een aantal Albanese woorden, in mijn eigen fonetische stijl schrijf ik ze op. Zo kan ik in ieder geval groeten, bedanken, tot ziens en wat kost het zeggen.
Kavajë is een provinciestad van behoorlijke omvang en heeft een duidelijke regiofunctie.
Een afslag te vroeg genomen waardoor ik over een vermoeden van weg rij gelijk een Emmentaler kaas. Een viaduct met een enorme hellingsgraad, wie kan daar nou normaal overheen (?) moet ik over om naar de overkant van de snelweg te komen. De bus trekt het en via de nieuwe, moderne gebouwen (spiegelglas) rijke, buitenwijk rij ik de hoofdstraat binnen.
Een drukte van belang, een kakofonie van geluid en gebouwen. Grote contrasten tussen oud en nieuw. Afgemeten aan het aantal banken moet het wel een welvarende stad zijn. Zeker als ik de ultramoderne schouwburg zie met het veelzeggende Artcafé, een ‘place to be’ voor de nouveau riche.
Het is 12.45 uur en uit de luidsprekers op de toren van de minaret klinkt in vier windrichtingen de doordringende, bijna jankende, oproep voor het middaggebed.
De scholen zijn ook net uit, zwermen scholieren in, naar Engels voorbeeld, schooluniform domineren even het straatbeeld.

Schiet mij maar Lek….
Bij een Bancomat pin ik de eerste Leks, zo heet het Albanese geld. Probleemloos ontvang ik twee biljetten van 5000 Lek = ca.€71, (140 Lek = 1 euro). Direct de bank binnen om de biljetten voor kleinere coupures om te wisselen want met zulk groot geld kan je niet overal terecht. Een moderne vrouw stapt net haar kamer uit en spreekt heet me in perfect Engels welkom. Geen punt het omwisselen en met een deel ‘kleingeld’ kan ik gaan winkelen.
Eerst de wegenkaart van Albanië kopen, in de boekwinkel scoor ik ook een boekje Albanees – Engels, handig. Als geschenk krijg ik een pen met de Albanese vlag. In een winkeltje met in de etalage gebroederlijk naast elkaar de memoires van Enver Hoxha en Mein Kampf van wijlen Adolf koop ik een Albanees vlaggetje dat ik achter de voorruit plaats. De oude winkelier klaagt over de terugval van zijn land.
In een achteraf straatje tref ik een tandartspraktijk aan en een flinke zijstraat blijken alle groentestalletjes verzameld. Een kust en keur aan groente en fruit. Heerlijke aardbeien en verse doperwten. Op de hoek van de straat liggen kippen met de poten vastgebonden in de aanbieding. Dit beeld en de omgang met en de staat van sommige hoefdieren, laat staan de honden, zal zeker geen genade vinden in de ogen van Marianne Thieme cs.
Maar ja zo gaat het hier, een land waar de koeien gewoon loslopen en overal kuddes schapen en geiten geregeld de weg oversteken.
Op het terras van een van de vele cafés begrijpt de barman precies wat ik bedoel met café machiatto doppio.
Als ik vertel dat uit Holland kom levert dat bij de aanwezigen direct de herinneringen op aan Cruijff, van Basten en Gullit, zelfs van Persie blijkt bekend.
Op het strand van Pa Emer ontmoet ik een zekere Luan, een majoor in het Albanese leger die net een dag eerder de groep Nederlandse militairen heeft uitgezwaaid. Een groep militairen die voor het derde jaar het Albanese leger helpen met het onschadelijk maken van ‘explosives’. Een expertise die ons leger ook levert aan Montenegro en Macedonië.
Wonderlijk dat Defensie dit soort ‘ontwikkelingshulp’ niet uitvent. Deze landen zijn er erg blij mee, het werken en de omgang met de Nederlandse militairen is bijzonder goed en hartelijk. Luan is een en al lof over de professionaliteit en de prima samenwerking met onze landgenoten. Hij wenst me een prettige tijd in zijn land toe en raadt me aan om naar het zuiden te gaan. Naar Sarande met de mooie stranden en om Butrint, een voormalig Romeinse nederzetting te bezoeken. Hij geeft me zijn gsm nummer en drukt me op het hart ‘als er iets is, je kunt me altijd bellen’.
Bij de locale kapper (Berber) in Karpen, een jonge vent die ook een café drijft, laat ik mijn blonde haardos, uitdunnen en mijn kinbeharing met het mes scheren.
Hij blijkt zeer bedreven met de schaar en het scheermes en na een klein half uur ben ik een ander mens en dit voor slecht 400 Lek (= € 2.85)!

Himar…
Via de website campings in Albania zie ik dat halverwege de route naar het Zuiden dat nabij Himar er een camping aan het strand zou moeten zijn.
De mover doet het nu wel en moeiteloos kan ik Eriba verplaatsen en aan de bus koppelen.
Eerst nog even tanken bij een pompstation van het oliemerk Kastrati, zonder hoog stemmetje kan ik mijn weg vervolgen.
De weg naar het zuiden is, op enkele plaatsen na, zeer goed berijdbaar.
In de flinke stad Vlorë stop ik om Leks te pinnen. Met Kwazi loop ik het centrum in, veel bekijks zo wandelend met de kleine bruine beer. Dat is men hier niet gewend. Iedereen loopt met een boog om ons heen.
Over het algemeen is men bang voor honden, als reden wordt genoemd dat de honden uit de Hoxha tijd bijtgrage herdershonden waren die langs de grens met hun bewapende begeleiders de ‘vijand’ buiten hielden en de Albanezen binnen. De meeste honden zijn zwerfhonden en waakhonden aan de ketting. Geen vrolijk gezicht.
Een aanvankelijk bevreesde security quard bij de bank ziet dat Kwazi een klasse apart is en wil wel een oogje op de aan een paaltje vastgelegde Wetterhoun als ik de bank binnen ga om het gepinde geld klein te maken.
Met de duim omhoog reageert hij als ik even later Kwazi losmaak en terug loop naar de bus/caravan. Het is broeierig warm en ik ben blij dat ik met de raampjes open verder kan gaan. De omleiding voert over een beroerd stuk wegdek en vrij smalle weg.
Gelukkig wordt de weg weer beter als ik de bergpas Lugarë over ga. De klim valt wel mee de afdaling is listiger. De bochtige weg die voert langs de kust, mooie plaatsjes, kent een behoorlijk steile afdaling. Afremmend op de motor gaat het allemaal prima.
In de nabijheid van Himar overal aanwijzingen voor de camping. Ik neem de afslag Prazh Himar en eenmaal beneden zie ik alles behalve een camping.
Met de bedoeling om te keren gebaart een man van een de kleine hotelletjes ‘ga hier maar staan’, gewoon voor zijn hotel aan het kiezelstrand. ‘It’s free…’ hoor ik hem zeggen.
Nou prima, het is wel genoeg voor vandaag. Ik installeer me, de elektriciteitskabel wordt ingeplugd bij het hotel evenals de waterslang om de watertank te vullen.
En daar sta ik dan, aan een groot strand met vrij uitzicht op en over de zee.
Hamir is een echt kustplaatsje met een mooi zandstrand. Het is er nu nog rustig maar het kost weinig voorstellingsvermogen hoe het hier zal zijn in het seizoen.
In het Internetcafé, lekker koel binnen, kan ik op het gemak mijn mail checken, beantwoorden en een reisjournaal versturen.

Taxi…
Op zoek naar een camping in de buurt van Sarande besluit ik er eerst, alleen met de bus, naar toe te rijden. In Himar staan twee oudere mannetjes te gebaren. Het is duidelijk ze willen een lift naar Sarande. Nou geen probleem, daar ga ik toch die kant heen.
Al eerder heb ik voor taxi gespeeld in Karpen. Het is hier een normaal verschijnsel, logisch want het openbaar vervoer is er wel maar beperkt. Kleine taxibusjes vullen de gaten in de dienstregeling in. Maar heel veel mensen lopen gewoon en niet zo weinig ook.
Maar de actieradius van deze mannen is gegeven hun leeftijd beperkt. Blij dat ze mee kunnen stappen ze nietsvermoedend in. Ze hebben Kwazi nog niet gezien en een hond is niet hun favoriete kameraad. Ik gebaar dat het goed is en Kwazi vindt het ook allemaal goed, geen geblaf of gegrom.
Onderweg beperkte conversatie want ja ik ben de taal, op een paar woorden na, niet machtig. Maar met gebarentaal kom je ook een aardig eind. Het is duidelijk dat ze het naar hun zin hebben. De route zo langs de kust en door de dorpjes is mooi en leuk. In het eerstvolgende dorp heb ik nog een opstapper. Leuk voor de mannen want deze ontmoeting verlevendigt de onderlinge conversatie.
Bij een benzinepomp annex café stop ik. Even een break want het is warm, de weg kronkelt en het blijft oppassen met de rijstijl van de Mercedes Albanezen die onverschrokken passeren in de onoverzichtelijke bochten; ik kan mijn ogen haast niet meer open houden.
Even een kop koffie drinken, de heren stellen de onderbreking ook op prijs en terwijl ik de wc bezoek (keurig) hebben zij al afgerekend. In hartje Sarande, een grote en drukke stad, stappen ze uit en willen me geld geven. Ik gebaar ‘niet nodig’ en onder vele ‘falimidirit’, dank u wel, stappen ze uit. Ondanks de drukte vind ik zowaar een parkeerplek en samen met Kwazi ga ik stad in. Sarande is behalve het Zandvoort van Albanië ook de haven van de veerpont naar Kerkira op Korfoe, vice versa.
We lopen naar de boulevard en vinden op een druk terras, veel bekijks van alle aanwezigen, een vrij tafeltje. Man met hond aan de wandel is een ongewoon tafereel in Albanië. Vanaf het terras een mooi uitzicht over de ruime baai en de vissen zijn goed te zien in het heldere water.
Bij het VVV op de boulevard vertelt de aardige juffrouw in goed Engels wat er zoal te zien valt in Sarande en ook dat er een camping is in Ksamil, een plaatsje 10 km verderop.
In het rondje stad blijkt de mozaïek vloer verborgen onder een laag grond of doeken, in ieder geval er is niets te zien. En een gids is er in deze tijd van het jaar nog niet.
Bij een internetcafé waar ook iedereen terugdeinst voor de hond nog ven mail checken.
De Synagoge kan ik niet een twee drie vinden, het is drukkend warm en Kwazi’s tong hangt zo ongeveer op de grond; tijd om te gaan uit deze smeltkroes.
Ik rijd door naar Ksamil om de camping daar te bekijken, via de weg rond de baai waar het ene na het andere hotel verrijst en het zicht op de baai om die manier aan het onttrekken is.
Aan het eind van deze ‘strip’ is het rechtsaf naar Ksamil. Een ongelooflijk slecht stuk weg, liever gezegd ruwe bouwgrond, een en al oneffen en vol gaten. Deze ‘barrière’ van vijftig meter biedt toegang tot een prachtig geasfalteerde weg.
Alles en iedereen kachelt hier met slakkengang overheen, een heel aparte verkeersdrempel! Daarna volop gassen en racen.
Net gewend aan het genot van deze goede weg komt barrière 2, een versmalling en weer een stuk dat zo als een 4x4 testbaan zou kunnen doorgaan. En dan hup prachtige asfaltweg gaat weer verder. Al ruim van tevoren staat overal camping aangegeven in Ksamil met handgeschilderde borden. Van de weg af een steile hobbel af en over een bouwweg kom ik bij een hek met een bord ‘welcome, please open gate’.
Het is een langgerekt huis met appartementen en het stuk grond aan de voor- en achterkant zijn bedoeld voor tenten, campers en caravans.
Er staat een camper, Duitsers die ik op camping Pa Emer heb ontmoet.
Ik wordt, in gebrekkig Engels, welkom geheten door Linda die een heerlijke ijskoffie voor me maakt. Kort daarna komt haar man Alexander, hij spreekt goed Engels. Ik leg hem uit dat ik hier naar toe ben gereden om te kijken of ik hier met mijn caravan kan komen en staan. En dat ik overweeg om hier naar toe te komen. Nou ik ben van harte welkom.
Met de belofte dat ik morgen, zondag, of overmorgen zal komen vertrek ik en neem de weg terug naar Himar.

Ksamil….
Op zondag 13 mei neem ik afscheid van de hotellier en zijn vrouw en betaal de rekening die, bij nader inzien, belachelijk hoog bleek; 8100 Lek = € 58, =. En hij had toch gezegd gratis!
Voor dit verblijf had ik alleen elektriciteit en water, geen douche noch toilet.
Nare smaak aan overgehouden, aardige man blijkt valse zakenman.
Hoe anders blijkt mijn ervaring in Ksamil waarover later mee.
Het idee om op zondag te gaan rijden omdat het dan rustig zou zijn blijkt een misrekening.
Het begint al gelijk in de doorgaande weg in het dorp Himar waar het een zooitje is. Een bus blokkeert min of meer de doorgang van komen en gaand verkeer. Veel getoeter en veel geschreeuw, alles is een paar decibel luider.
De aanwezige politieagent kijkt alles moedeloos aan, maar doet niets. Langzaamaan komt er beweging en hoewel het krap is aan beide kanten glip ik er met mijn combinatie doorheen.
Bij het eerste dorpje stappen twee oudere vrouwen in voor een lift. Eerst willen zij samen op de voorstoel maar dat gaat niet door. Allebei als de dood voor Kwazi, maar ik stel ze gerust en ze gaan mee.
Een aantal dorpen verder stappen ze, mij eindeloos dankend, uit. Hoewel het stevig klimmen is en nog meer scherp dalen gaat het allemaal goed. Het afremmen op de motor heb ik inmiddels goed onder de knie, Eriba volgt gedwee.
De vuurproef komt als ik over het gedeelte gaten en kuilen rij, stapvoets blijkt het allemaal goed te gaan. De laatste horde, het vermoeden van weg naar de camping, gaat ook goed.
Inmiddels blijken er twee campers te staan; Nederlanders.
Er is geen ruimte om met de bus Eriba op haar plek te krijgen, wat een geluk dat de
GO2-mover zijn werk prima doet en op de millimeter nauwkeurig zet ik, met aanwijzingen van campingbaas Alexander, Eriba neer.
Kort na mij komt er een man in een personenwagen de camping op. Voordat hij zijn tentje gaat opzetten raken we, onder het genot van de ice-coffee van Linda, gelijk aan de praat.
Het is Anthony (46), een Engelsman, die, met zijn van origine Oostenrijkse vrouw, al zes jaar hobbyboeren in de Karpaten in Roemenië. Uitgerekend het deel waar een Hongaarse minderheid woont en waar dus Hongaars, de taal die verwant is aan het Fins, wordt gesproken. Maar ja, zo vertelt hij ze zijn allebei als een blok gevallen voor dit gebied.
Zonder stromend water en met slechts een allesbrander als verwarming leven ze als Goden in Roemenië. Twee koeien, een paard, kippen, een stel varkens, een flinke moestuin en flink stuk land houdt hen dag in dag uit bezig.
Voor het eerst in lange tijd is hij er even tussenuit, even ‘room to move…’
En voor het eerst doet hij Albanië aan, een land dat hij, net als ik, niet kent. In zijn rit naar Ksamil is hij onder de indruk geraakt van dit groene (het is nog geen zomer) land.
De ontmoeting blijkt het begin van een aantal dagen gezamenlijk optrekken.
Op de eenvoudige camping met twee hokjes buiten, één voor het toilet en één voor de douche. Ook open en bloot de wastafel en spiegel en de wasbak voor de afwas. Op zich allemaal heel eenvoudig, maar kraakhelder.
Aan water- en elektriciteitsaansluitingen geen gebrek. En dit alles, dag/nacht verblijf, voor €10, = all-in! Kijk daar kun je niet voor tobben.
De directe omgeving blijkt, bij verkenning tijdens rondje hondje, getroffen door precisiebommen. Menig huis in aanbouw, het betonnen, vaak meerdere verdiepingen tellende, skelet is deels in elkaar gezakt. Het blijkt de manier om de eigenmachtige toe-eigening van grond en het daarop neerzetten van huizen, appartementen en hotels, zonder dat daartoe de benodigde toestemming en vergunning is verkregen, een halt toe te roepen. Knalhard opblazen die bouwsels. Het ziet er niet uit. Naast de bunkererfenis van het Hoxha regiem zijn er nu deze opgeblazen betonskeletten. Duidelijk is dat Albanezen bedreven zijn in het bouwen van en werken met beton met draadstaal. Hebben ze toch wat overgehouden uit het Stalinistische tijdperk.
De plekken waarop deze, in de kiem gesmoorde, huizen staan bieden een fantastisch
uitzicht op Adriatische Zee en op het Griekse eiland Korfoe dat zo dichtbij ligt dat je er naar toe kunt zwemmen.

Butrint……
Op de fiets naar de opgravingen van het 10 kilometer verder gelegen Butrint. Een plek die de Griekse en Romeinse overheersing in goed bewaarde stenen silhouetten, mozaïek vloeren en beelden toont. Deze nederzetting prachtig gelegen aan de monding van de brede rivier. Een strategisch belangrijk punt met ruim zicht op de bergen, de rivier en haar delta. En vanaf het vaste land een nauwelijks te nemen vesting met haar imposante hoge muren.
Maar ondanks de geweldige bouwkunst en degelijkheid van de constructie blijkt alles vergankelijk. Want hoewel sommige bouwsels goed zijn te herkennen zoals de goed bewaarde Poort, het Amfitheater en de Kathedraal moet je heel wat voorstellingsvermogen hebben om uit de stapels stenen te herkennen wat het geweest moet zijn. Voor zover er borden staan met tekst en uitleg dan alleen in het Albanees.
Dit ondanks het fraaie museum dat dankzij financiering door de Engelsen tot stand is gekomen. Het bevindt zich in de kelder van het Kasteel, een goed bewaard gebleven bouwwerk van recentere tijd en naar Italiaanse snit. Zelfs hier mankeert het aan Engels onderschrift. In de vitrines vele gebruiksvoorwerpen, sieraden en munten die het bewijs vormen van de beschaving die hier eeuwen en eeuwen geleden heeft bestaan.
Indrukwekkend waartoe men in die tijd in staat was en waarover men beschikte.
De goed Engels sprekende archeologie studente, die net even haar koffiebreak had,
onthulde het mysterie van de hoofdloze beelden. De Romeinen waren buitengewoon praktische mensen want ze hergebruikten steeds de uit marmer gehouwen beelden. Deze hebben altijd hetzelfde gewaad en met de komst van een nieuwe keizer wisselden ze alleen het hoofd; klaar is Kees!
Bij Butrint, waar de entreeprijs nog steeds het laag socialistische tarief kent, mogen we onze fietsen binnen het hek stallen. De suppoost in uniform dat ver over tijd is houdt een oogje erop.
Bij de ingang van Butrint is tevens de plek van het veer om de rivier over te steken.
Een aandoenlijk kleine pontje trekt zich via een kabel in een paar minuten naar de overkant, vice versa. Het kan hooguit vier wagens hebben en maakt met haar dek van deels losliggende planken een zeer gammele indruk. Iedereen maakt er gebruik dus het werkt.
De klim terug naar Ksamil is mij iets te lang dus ik moet van de fiets om een stuk te lopen. Anthony is een stuk jonger en dat is merkbaar want hij trapt zich op zijn mountainbike ogenschijnlijk moeiteloos omhoog.


Albanie vooruit…
Bij een locaal café/pension waarvan hij de eigenaar inmiddels kent nemen we een biertje.
Het blijkt de ‘place to be’ voor leden van het American Peace Corps, een initiatief van JFK.
Jonge Amerikanen met een behoorlijke opleiding en voldoende culturele bagage kunnen in aanmerking komen om voor een tijd te worden uitgezonden naar een land waar ook ter wereld. Een initiatief om goodwill te tonen en kennis en ervaring op te doen. Ze worden ondersteund vanuit de ambassades.
Wij treffen er de jonge Zweedse journalist die in zijn eentje door Albanië trekt en een verhaal schrijft over het land, haar cultuur en de sociale- en politieke ontwikkeling. Hij interviewt vertegenwoordigers van de locale en centrale overheid. Deze zomer zullen zijn artikelen in de kranten, waaronder Göteborgs Posten, verschijnen.
Albanië worstelt met haar verleden waarbij vooral de grondpolitiek een gevoelige zaak is.
De denationalisatie van grond is een hele klus, raakt eenieder en blijkt fraudegevoelig.
Vooral de ‘sterke jongens’, die niet wars zijn van intimidatie en dreigementen, weten aldus grond te verwerven op de beste plekken vooral langs de kust en plempen deze vol met spiegelglas hotels. De centrale overheid en de regering zijn geïnfiltreerd door deze ‘zakenmensen’, naar Italiaans voorbeeld, en ze tonen zwakke knieën.
De nog jonge democratie wordt zwaar beproefd door de macht van deze ‘powerboys’ die de legitimiteit van het gezag ondergraven en waardoor het vertrouwen van de burgers in de overheid tanende is.
Gelijk Roemenie en Bulgarije zal ook Albanië de corruptie daadwerkelijk moeten aanpakken wil ze ooit kunnen toetreden tot de Europese Gemeenschap. Een doel dat ze nadrukkelijk nastreeft; ook zij wil dolgraag bij de Europese ‘familie’ horen.
Wat een contrast met de ‘Wilders’ geluiden van ‘eigen volk en land eerst’ sentimenten (waar ken ik dat van….?) in ons eigen land en andere ‘kernlanden’.
Campingeigenaar Alexander komt even buurten en dat wordt een heel gesprek. Hij vertelt over zijn frustraties die hij heeft over zijn werk, hij is wiskunde leraar (karig loon), en over de ontwikkeling van zijn land. Het is een man die zich groen en geel ergert aan de corruptie en het onvermogen van de overheid om daadwerkelijk de infrastructuur -wonen/wegen- systematisch te verbeteren, transparantie te brengen in grondzaken/projecten en om de onduidelijke regelgeving te verbeteren. Als klein zelfstandig ondernemer heeft hij de groots mogelijke moeite om medewerking te krijgen van de locale overheid, de toegangsweg naar zijn camping, de enige in dit deel van het land, is om te huilen.
Samen met zijn vrouw Linda, zij is kleuterleidster, runt hij deze eenvoudige kleine camping
die hen in contact brengt met ‘de buitenwereld’. Dit en met de inkomsten van de camping kunnen ze hun oudste dochter (14), ze hebben drie dochters (10 en 4), privélessen geven in Engels en Italiaans. En dat ze in de zomer naar de broer van Alexander in Noord-Ierland kan gaan. Kortom: ‘Alles wordt ten dienste gesteld van en voor de dochters.
Of Alexander oud zal worden betwijfel ik zo getergd en gefrustreerd als hij is; ‘Ja, ik heb wel eens last van kramp bij mijn hart….’!

Gjirokastër….
De tweede tocht met Anthony is naar Gjirokastër, een stad tegen de helling aangebouwd en met geld van ‘Brussel’ gerenoveerd en toegevoegd aan de lijst Werelderfgoed van de Unesco.
Een historische stad in alle opzichten en illuster vanwege de verbondenheid met voormalig dictator Enver Hoxha die hier is geboren en is opgegroeid.
Op zoek naar een parkeerplaats doorkruisen we het stadje en belanden pal bij het geboortehuis van Hoxha. Een mooi, groot authentiek huis, waar een strikte scheiding is tussen m/v in het gebruik van de verschillende ruimtes. We worden rondgeleid door een goed Engels sprekende vrouwelijke gids. Over Hoxha weinig meer dan dat hij telg was uit een middenklasse familie.
We wandelen door het fraaie stadje en in een restaurantje waar de tijd heeft stilgestaan eten we de locale specialiteit. Een soort poffertjes, gevuld met vlees en kaas, erg lekker.
De eigenaar/kok bereidt de poffertjes in de keukenruimte die afgescheiden wordt door een houten wand met ramen alsof het loketten zijn van een station; wonderlijk gezicht.
Onderweg diepgaand gesprek met Anthony over ‘het leven’ in alle facetten.
Op de heenweg komen we langs ‘Het blauwe Oog’, een natuurlijk fenomeen dat het bezoek meer dan waard blijkt. Ook hier wonderlijk dat er geen duidelijke aanduiding is langs de weg.
Min of meer bij toeval zien we in een glimp het verweerde bord met de aanduiding en voor slechts 100 Lek rijden we langs het stuwmeer naar de bron.
De weg is beroerd, vol kuilen maar we komen op de plek. Er is niemand en via een bruggetje komen bij de bron. Het is inderdaad een groot azuurblauw oog met een diepblauwe kern gelijk een iris. Het is een indrukwekkende glasheldere wel die opborrelt uit de diepte; een onuitputtelijke bron.
Het is gewoon triest om te zien wat voor rotzooi de directe omgeving ontsiert en hoe deze plek wordt verwaarloosd. Zo’n pracht natuurverschijnsel en zo weinig zorg.
De uitspanning daarentegen, nu nog gesloten, is wel mooi en netjes.
Zowel de heen- als terugweg voert door een mooi berglandschap, een pallet van groentinten.
De weg is redelijk en slingert over de bergkammen heen, flink klimmen en dalen, aan haarspelt bochten geen gebrek.
Ik kijk goed naar de conditie van deze weg en de stijgingsgraad van de klim want ik speel met de gedachte om deze weg, dit is het eerste deel, te gaan nemen als route naar het Meer van Ohrid.

Op Albanees familiebezoek….
Met Alexander gaan we op bezoek bij zijn ouders die wonen in het dorp Ciflik waar hij is opgegroeid. Het dorp ligt luttele kilometers van de Griekse grens. Hiertoe moeten we het eerder genoemde pontje bij Butrint nemen.
Leuk om dit wrakkige pontje op te gaan, wiebel, wiebel bij het oprijden. Moeiteloos zijn we in een paar minuten aan de overkant en rijden door Albanië oude stijl. Hier geen villa’s en glazen hoteldozen. Eenvoud en armoede gaan hier nog hand in hand. De ezel is lastdier en persoonlijk vervoer in één. Het is een vlak stuk land weides en korenvelden.
In het dorp parkeren we voor de voormalige bioscoop, eigenlijk een aardig gebouw maar in verregaande staat van verval. In het dorpscafé drinken we een bijzonder drankje waarvan me de naam is ontschoten. Een soort anijsmelk, lekker was het wel.
We lopen het dorp in omhoog, het weer werkt niet erg mee, het begint zachtjes te regenen en het is guur. We komen langs tal van authentieke huisjes waarvan sommige mooi gerestaureerd
en een aantal sterk verwaarloosd. Tussendoor de nieuwe eigentijdse betonbouw woningen van meerdere verdiepingen, lelijk in dit dorp van voornamelijk laagbouw.
De oom van Alexander heeft de originele, nog in goed staat verkerende ouderlijke woning gesloopt, en een drie verdiepingen tellend betonnen skelet toont ‘de vooruitgang’. Vanaf de eerste verdiepingen hebben we een mooi overzicht over het dorp en de omgeving; niet verkeerd.
Even verderop in de straat ligt het ouderlijk huis van het oude type, niet echt mooi maar wel een schitterend besloten tuintje en plaatsje. In de langgerekte woonkamer met aan beide zijden lange banken. We worden begroet door vader, kleine gedrongen man met mooi witte stekelbos en moeder, een rijzige vrouw met grijs haar en die er niet gezond uitziet (diabeet).
Het vertrek wordt verlicht door te grote koud licht spaarlampen in de originele wandlampjes.
Uiteraard foto’s van kinderen en kleinkinderen.
Pa gaat in de achterkamer, die gevuld is met boeken, op zoek naar A. Den Doolaard’s ‘Herberg met het Hoefijzer’, dat ze niet alleen kennen maar ook schijnen te hebben.
Jammer genoeg kan hij het exemplaar niet direct vinden, jammer want dat zou wel geweldig zijn om hier in het zuidelijkste puntje van Albanië dit aan te treffen.
De onvermijdelijke Raki komt op tafel, sterk maar lekker. Vers uit de tuin geplukte bosui wordt er bij gegeten en ook geitenkaas. De conversatie loopt via Alexander die heen en weer vertaald. Maar met non-verbale conversatie komen we ook een eind. Erg leuk om zo maar bij een Albanese familie te gast te zijn. Het is wel vreemd om te zien dat moeder van mijn leeftijd is en vader pas 67 jaar is. Ze zien er uit als mijn grootouders van weleer. Hard leven tekent.
Alexander is pas 45 jaar maar ziet eruit alsof hij een stevige vijftiger is.
Na een klein uurtje stappen we op en nemen ‘zoenend’ afscheid, nou ja ik dan. Anthony is een Engelsman en die zijn niet zo van zoenen. Een hartverwarmend slot van een bijzondere ontmoeting.

Vakantiewoning….
De volgende dag vertrekt Athony, hij gaat via Griekenland weer op huis aan.
Ik blijf nog een dagje om op mijn gemak caravan en bus voor vertrek gereed te maken.
Op de wandeling met Kwazi kom ik in gesprek met de eigenaar van een fraai nieuw huis. Hij blijkt een Albanees die woont, werkt in Schotland en getrouwd met een Engelse. Zij en hun twee kinderen zijn hier alleen in de zomervakantie voor een paar weken en af en toe een tussendoortje zoals nu. Ik vraag hem of zij hun huis eventueel hun huis ook verhuren?
Dat moet hij even overleggen met zijn vrouw dus dat hoor ik de volgende ochtend voordat ze huiswaarts vertrekken .
De volgende ochtend spreek ik hem weer en laat me de begane grond verdieping zien. Nou het is een prachthuis van alle gemakken voorzien. In de maanden vanaf september tot mei vragen ze een huur van €400,= ex. GWL!
Dat is niet duur voor zo’n groot mooi huis met fantastisch uitzicht op de baai en Korfoe.
Hier ga ik het met Ageeth over hebben, wellicht een goede plek voor een paar maanden toeven?
Ik maak me gereed voor de avontuurlijke rit dwars over naar Pogradec aan het Meer van Ohrid. Een avontuur omdat de weg over de bergen op z’n zachts gezegd ‘matig’ is.
Maar volgens een taxichauffeur in Ksamil aan wie Alexander het gevraagd heeft moet het wel te doen zijn….! Nou vooruit met de geit.






  • 09 Juni 2012 - 19:39

    Marian Heijnis:

    Ha Ernst,
    Fijn weer zo uitvoerig te lezen over weer mooie ontmoetingen en een land waarover je vooral niets hoort i.h.a. Vergaat t Ageeth ook goed in NL, of "heb" je haar al weer trug?
    Kijk uit in de bochten! Hou het veilig, we willen je waar dan ook wel heelhuids weerzien. Groet, M&S

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Ernst

Actief sinds 18 Nov. 2011
Verslag gelezen: 2290
Totaal aantal bezoekers 70994

Voorgaande reizen:

07 November 2011 - 07 November 2012

Door 'Euro'pa.....

Landen bezocht: