Paestum - Reisverslag uit Rome, Italië van Ernst Oord - WaarBenJij.nu Paestum - Reisverslag uit Rome, Italië van Ernst Oord - WaarBenJij.nu

Paestum

Door: oordkool

Blijf op de hoogte en volg Ernst

05 Februari 2012 | Italië, Rome

Paestum:
Camping Villagio dei Pini ligt aan het strand, een mooi breed zandstrand. Ook hier ruimte zat, dus we kunnen kiezen waar we willen staan. We worden van harte uitgenodigd voor de lunch.
Enigszins overrompeld door dit aanbod knikken we ja en na het nodige gemanoeuvreer van bus en caravan haasten we ons naar de lunch. De spaghetti met broccoli kan ons maar matig bekoren. Het valt ons veel te zwaar en veel verdwijnt in ‘the doggybag’, Kwazi lust dit wel.
We installeren ons en gaan de komende dagen strand en zee proeven, lekker wandelen met Kwazi op het mooie brede zandstrand. Het weer nodigt er voor uit.
De keuze voor Paestum is vanwege het feit dat hier nog een camping is die open is in deze tijd van het jaar. De laatste camping in Campania waar we terecht kunnen. En van hier is het een aardig eindje Calabria in voordat we daar ergens terecht kunnen.

Paestum heeft, gelijk Pompei, ook prachtige ruines. Een Romeins/Griekse mix, the best of both worlds (Robert Palmer).
Ruim voordat de Griekse Archaeana kolonisten uit Sybari in 6e eeuw voor Chr. Poseidonia, zo heette het toen, stichtten, werd het gebied al in de prehistorie bewoond; de Paleolitische en Neolithische tijd.
Poseidonia werd door haar gunstige ligging een van de meest bloeiende havens in het Mediterrane gebied. Ten noorden van Poseidonia bouwden de bewoners aan de monding van de rivier de Sele het heiligdom Heraion.
Dit niet alleen ter verering van hun godin Hero van Argo, maar tevens als een fortificatie op een strategisch punt tegen de invallen van de Etrusken, die aan de andere kant van de rivier gevestigd waren en een permanente bedreiging vormden.
Heraion, beschermd door haar indrukwekkende muren (de best bewaarde uit de historie) met haar vier, op kardinale punten gelegen, poorten werd bekend in het hele Griekse Rijk.
Door haar geografische positie, dichtbij handelsroutes, de waterwegen en het vruchtbare land bereikte Poseidonia de hoogste graad van rijkdom, artisticiteit en cultureel vermogen. Dit alles vooral vormgegeven door de drie Dorische Tempels, een onvergelijkbare erfenis van de Griekse Civilisatie. En niet te vergeten de beroemde ‘Tomb of the Diver’, (tombe van de duiker).
Door haar positie is Poseidonia altijd fel begeerd geweest. De stad en het gebied zijn af en aan een strijdtoneel geweest.
Na de oorlog tegen Pyrrhus (die quasi overwinning) in 273 voor Chr. kwam Rome aan de macht, de Latijnse kolonie Paestum.
Ook de Romeinen hebben verrijkt met grote gebouwen, Portico dei Forum, de Thermen, het Amfitheater en de Tempio della Pace (de Vredestempel!).
In de donkere middeleeuwen raakte Paestum in de vergetelheid, maar dankzij schrijvers en poëten uit de 16e en 17e eeuw die haar beschreven wekte de interesse in en nieuwsgierigheid naar Paestum op. De werkelijke herontdekking kwam in de eerste helft van de 18e eeuw toen bekende schrijvers, poëten en kunstenaars zoals Goethe, Shelley, Canova en Pinaresi de ruines bezochten en daarover schreven en dichtten. Paestum werd door deze ‘Grand Tour’ salonfähig. Hoogst waarschijnlijk zal Paestum door ons bezoek en deze beschrijving opnieuw tot een opleving gaan leiden!

Van de Italiaanse Camperbuurman Claudio horen we dat we voorlopig niet naar Sicilië kunnen. Er zijn wegblokkades, de ferries varen niet en op Sicilië is daardoor een gebrek aan brandstof en levensmiddelen. Nou zoals gezegd we hebben geen haast en het is hier prachtig zo aan zee.
En we zitten hier vlakbij het Parco Nazionale del Cilento e Vallo di Diano. En de Grotte di Castelvitta ligt om de hoek. Met de talloze leuke kustplaatsjes hoeven we ons niet te vervelen.
Naar de kapper:
Heel wonderlijk, maar het haar groeit gewoon door en heeft nu een lengte bereikt dat het voor mijn ogen begint te hangen en mijn oren zijn niet meer zichtbaar. Ook Ageeth aan moet er aan geloven.
In het dorpje is een barbiere en er zijn twee parrucchiere signora.
Bij de herenkapper zitten twee mannen te wachten. Een van de twee mannen gebaart dat ik op de andere kappersstoel kan gaan zitten. Maar ik gebaar nee ik wacht wel. De kapper zegt dat er nog een klant voor mij komt. Althans dat maak ik op aan zijn gebaren, want het Italiaans ben ik nog niet machtig. Want behalve rap en luid praten doen armen en handen hierbij volop mee. Soms lijkt het bij de vele stemverheffingen alsof het op ruzie gaat uitraaien, maar dat lijkt maar zo. Het is een groot Commedia della Arte bij de kapper.
Eenzelfde ervaring heeft Ageeth die bij Sempre Bella (altijd mooi!), tot haar zeer aangename verrassing, goed geknipt wordt; Dochter wast en Ma knipt. Intussen geniet ze van het locale ‘damesonderonsje’.
Duidelijk verlicht kunnen we er weer een tijdje tegen. Over een paar dagen als mijn baard, nou ja, wat is aangegroeid ga ik terug om me lekker met het mes te laten scheren; heerlijk.

Campingleven:
Buurman Claudio uit Trento nodigt ons uit voor de lunch morgen, zondag 29/01:
“Do you like Spaghetti Pomodore….”?
Uiteraard en zo gaan we vandaag, in de zon, op het terras van een van de vakantiehuisjes de tafel dekken. Ik zorg voor de espressokoffie na de maaltijd want wij hebben een behoorlijk formaat espressopot.
Een bord met kaas, worst en olijven en dan komt de spaghetti, al dente, hartstikke lekker.
Een lekker soepel wijntje met een lichte tinteling, prima de luxe.
Onderwijl praten we over ‘het leven’ in het algemeen, hij is gepensioneerd, en reizen in het bijzonder. Hij heeft na zijn pensionering een Fiat Camper gekocht, een mooi ding, lekker ruim maar geen slagschip. Alles d’r op en d’r an, compleet met solarpanelen.
Hij was, in zijn eentje, op weg naar Sicilië waar hij zijn (tweede) vrouw, die nog werkt, zou afhalen van het vliegveld van Trapani om op Sicilië. Het is hun favoriete vakantie-bestemming, ze komen er al jaren achtereen en het verveelt hen nooit; integendeel.
Hij vertelt over het eiland en vooral over de gastvrijheid van de bewoners. Een lijstje met tips nemen we door, behalve de plekken om te gaan zien, ook nuttige campingadressen.
Claudio was onderweg maar is door de wegblokkades gedwongen om het reisplan te wijzigen. Het wordt Rome, zijn geboortestad, daar vliegt zijn vrouw naar toe.
Terwijl wij na de koffie lekker aan het borrelen zijn, een verrukkelijke grappa, komt Zweedse Lea met hondje langs. Zij schuift aan en de gezelligheid kent geen tijd, een internationaal onderonsje. Van het noordelijke Zweden, het middenin Nederland naar het zuidelijke Italië.
De flink, zelfgedraaide, sigaretten rokende Lea is vanuit Zweden met haar ‘slakkenhuisje’, een afzetbare unit op een bestelauto, in één ruk hier naartoe gereden en sinds 9 december vertoeft ze op deze camping. Ze blijft hier tot 10 maart en gaat dan weer terug naar Zweden. Verder verzet ze geen stap! Ja, zo kan het ook.
Uiteraard komen ook onze ervaringen met het Italiaanse gedrag, vooral in het verkeer, aan de orde.
Claudio reageert op de ervaring van Lea die bij Salerno in een file beland voor de Autostrada naar Regio di Calabria. Al het verkeer wordt naar één baan geperst want vanaf daar begint ‘die unvolendete…’. Een wonderbaarlijke schakering van éénbaans- en dan weer stukken vier of zesbaans wisselen elkaar op dit traject af. Het is een traject waar eeuwig aan gewerkt wordt maar waar zelden echt activiteiten zijn te ontdekking.
De ontsluiting van Calabria en daarmee ook Sicilië wil maar niet lukken.
In colonne wordt gereden en dan plotsklaps dan zijn er twee of drie banen beschikbaar en dan racet eenieder om het hardst om ‘tijd in te halen…’. En dan sluit men weer achteraan als alles weer versmald tot een enkele baan. Deze Autostrada is ‘schandaal no.1 in Italië zegt Claudio.
Het telefoneren onder het rijden is normaal, evenals het zonder autogordel. Er zijn T-shirts met een autogordel erop; lijkt net echt, alsof men de gordel om heeft.
We hebben een erg leuke middag met elkaar, tegen de schemering breken we op en kruipt eenieder in de stulpjes op wielen. Dinsdag vertrekt Claudio.

De omgeving (1)….
Na een aantal dagen strandleven, het weer werkte bijzonder mee, gaan we vandaag, maandag 30/01, een rondrit maken door het Parque Natonale di Cilento.
Samen met de Valle di Diano en de twee beschermde kustlocaties ‘Punta Licosa’ tussen Agropoli en Castellabate en
‘Punta Infreschi’ tussen Palinuro en Scariol. In totaal 215.000 ha. Daarmee een van de grootste natuurgebieden van Europa die op de Cultureel Erfgoedlijst staan van de Verenigde Naties.
We kiezen op deze gure regenachtige dag om zoveel mogelijk te gaan zien. Via Capaccio rijden we ‘binnendoor’ naar Controne. De grotten van Castelcivita laten we links liggen, Ageeth is niet zo van grotten. Controne is een leuk plaatsje met een oud centrum.
Het geniet faam vanwege het Festival van ‘de boon’, dat jaarlijks plaatsvindt, inmiddels al dertig jaar lang. Via de Noordkam van de Alburni berg komen we in Postiglione, een prachtig bergplaatsje 650 m. boven zeeniveau met een mooi uitzicht op de rivier Calore.
In het historische centrum kent een aantal in omvang bescheiden paleizen met fraaie toegangen. De 14e eeuwse San Giorgio kerk mag er zijn, evenals de 16e eeuwse San Nicola Klokkentoren.
Het is maagdag, veel is dan gesloten, dus daar kunnen we niet in.
Onderweg naar het gehucht Petina komen we langs de restanten van het kasteel Sicignano Alburni.
Omgeven door zeer oude vijgenboom bossen ‘Pitina’, ligt Petina. Hier ademt het Renaissance verleden ons tegemoet, vooral de indrukwekkende Boog van de San Nicola di Bari kerk (1510). Het interieur met mooi houten koor, de zitplaatsen van houtsnijwerk met beeltenissen van de heiligen, de walnoten kansel en het stenen doopvont mag er zijn. Niet pompeus, maar gewoon gaaf.
Auletta eveneens een fraai middeleeuws stadje (12e eeuw). De massieve muur en haar drie poorten rond het Castello Marchesale en de San Nicola de Mira (plaats in Turkije waar Sint Nicolaas vandaan komt) kerk springen direct in het oog.
We willen natuurlijk binnen kijken maar ja ook hier is alles op slot; zonde.
En het wordt kouder en natter.
Wel geinig hoe je door een klein deurtje in de deur op een binnenplaats komt en zo door kan lopen naar eenzelfde deurtje en in de andere straat terecht komt.
Het landschap is ondanks het grijze weer mooi, glooiend, hoogvlaktes en steile bergwanden.
Ondanks getroffen door een aantal aardbevingen door de eeuwen heen is het bergplaatsje Salvitella toch goed bewaard gebleven. Het is een klein dorpje met een hoge dichtheid kerken, waar zijn ‘de zielen’?
Als laatste bezoeken we het hooggelegen Caggiano, een uitgestorven (tussen 13.00 en 16.00 uur is alles dicht) plaatsje met smalle, mooi geplaveide straatjes. En, uiteraard, ook hier mooie kerken, maar dicht. De wind blaast de hoed van het hoofd, god allemachtig wat is het koud. Ineens, terwijl we door de straatjes lopen, zie ik een merkwaardig soort steegje met trappen. Op het smalle hoge huis, verre van bijzonder, zie ik een bordje:”geboortehuis van Johannes de 23ste”!? De boerenpaus, de meest geliefde tot op heden.
Op weg naar CorletoMonforte besluiten we om te keren, het beoogde ‘rondje’ gaat niet lukken gegeven de nog beschikbare tijd. Ageeth moet nog ‘werken’, de BTW aangifte en moet op een redelijke tijd terug zijn.
Het geluk van de verkeerde afslag is dat we het bordje Lidl zien. Ook hier in Italië is deze Duitse Discounter goed vertegenwoordigd. Het filiaal blijkt nog een aardig eindje rijden. We zijn de eersten maar we moeten nog tien minuten wachten voordat om 16.00 uur de zaak open gaat. We slaan eens even flink in voor onszelf en hond, de voorraad is weer op peil en dit alles tegen een portemonnee vriendelijke prijs. Dit is de omweg en vertraging wel waard.
In het donker komen we op de camping terug. Ageeth tovert een heerlijke stamppot kool
op tafel.

Stilte voor de storm…
Vanwege de slechte weersverwachting voor morgen, woensdag 01/02, nemen we nu de gelegenheid waar voor de ‘verschoning’. We verwisselen keurig om de week het beddengoed en doen gelijk de was.
Ageeth heeft nog Nedklok werk te verrichten dus die gaat in de bar/restaurant van de camping, vanwege het wifi bereik, werken.
Mooi dan heb ik de ruimte om in en rond de caravan te werken. En de bus moet uitgekamd, de bandenspanning controleren. De compressor doet het prima.
Kwazi en ikzelf hebben ons nog eerst even lekker laten uitwaaien op het strand.
Terwijl de wassen, twee machines, draaien lekker potje koffie gezet en een mok naar Ageeth gebracht. Zij zit lekker bij de open haard te werken.
Met enige moeite lukt het om de stekker van de voeding van de laptop in het Italiaanse stopcontact te krijgen. Zo, Ageeth kan weer verder.
Het weer blijft goed, er is een behoorlijke bries en de zon prikt regelmatig door de toenemende wolken heen. De lunch van bietensalade kunnen we nog lekker buiten in het zonnetje oppeuzelen.
Naarmate de middag vordert neemt de bewolking toe en kleurt de lucht grijs. Precies op tijd haal ik de was binnen, bijna alles is droog; zo we kunnen er weer even tegen.
Het bed opmaken in Eriba is nog een hele toer. Vooral het dekbed, te groot, is lastig in de hoes te krijgen in zo’n kleine ruimte. Maar inmiddels heb ik dat aardig onder de knie gekregen.
Mijn huishoudelijke kwaliteiten nemen rechtevenredig met de duur van onze reis toe. Een betere voorbereiding op de naderende geraniumtijd, hier hebben ze vooral cyclamen, kan ik niet krijgen.
Hoewel het niet echt koud is hebben wel permanent het elektrische kacheltje aan, zo houden we de warmte binnen en de vochtigheid buiten.
Uiteraard, net als het pokkenweer is, blijkt ons toiletje vol. Ook dit klusje blijkt mij het beste te liggen. Tussen de buien door sprint ik met poep/piesdoos naar de chemisch toilet spoelplaats. Inmiddels ben ik er aardig bedreven in en in no time kunnen we weer ‘opgelucht’ op ‘ons’ gemak. Terwijl het regent dat het giet zitten, weerlicht en dondert wij lekker knus met Kwazi in ons hutje op wielen. Lekker bijtijds in de kooi en nog wat lezen tot Morpheus ons in de armen sluit.

Bliksem en donder…..
De verwachte storm laat niet op zich wachten en zet crescendo door midden in de nacht. Behalve aardbevingen kennen ze hier ook ‘luchtbevingen’, de inslagen van de bliksem mogen er zijn; de grond trilt en Kwazi rilt.
Het heeft wel wat om zo lekker in ons ‘kooitje’ te liggen terwijl de elementen razen.
Maar goed, ik moet er toch uit want Kwazi moet uit.
Goed ingepakt, regenbroek, Australische jas en hoed en in de kaplaarzen stap ik uit de caravan.
Het kost enige aanmoediging om Kwazi naar buiten te krijgen. De uitdrukking ‘hondenweer’ klopt, althans wat hem betreft.
Maar eenmaal op het strand gaat hij toch helemaal los. Het is heftig weer, harde wind tegen, striemende regen en een onstuimige zee. Maar, als een echte bikkel loop ik gewoon door tot de bootjes.
Kwazi gaat z’n eigen gang, die kan zichzelf ‘buiten’gewoon vermaken.
Met mijn hoofd gebogen tegen het opwaaiende zand en diep weggedoken in mijn zeiknatte jas loop ik te banen over het strand. De terugweg is een makkie, de wind duwt me gewoon terug.
God wat smaakt een kop Earl Grey en geroosterd brood met jam dan goed.
Dit wordt een dag binnen, lekker werken aan mijn journaal. Ageeth maakt haar Nedklokwerk af in het campingrestaurant.
In de middag prikt de zon even door en kan Ageeth met Kwazi het strand op. Net op tijd is ze terug want de hel barst weer los. Donder, bliksem, plens- en hagelbuien teisteren Eriba.
Maar zij geeft geen krimp en vormt ons veilig en knus omhulsel.
We hopen dat het weer morgen wat zal zijn opgeknapt. We willen graag nog meer van het gebied hier gaan zien.

De omgeving (2)…..
De storm is uitgeraasd en de wind is gaan liggen. Alleen de zee is nog onrustig.
Het strand ligt er prachtig bij, een zieltogend waterslangetje gooi ik terug in zee. Wie weet red tie het. Kwazi kan nu lekker uitrazen op het geheel verlaten strand.
Het plaatje is betoverend, het ruime strand, de flinke golven en op de achtergrond de besneeuwde bergen. Mooie plek hier.
Nu het weer wat is opgeklaard gaan we verder de omgeving verkennen.
Een rit langs de kust te beginnen bij Agropoli dat zeven kilometer verderop ligt. Binnendoor komen we al snel op de weg langs de mooie boulevard van het buitenwijk van Agropoli.
Agropoli is een stadje met een ver en roemrijk verleden, ook hier sporen uit de Neolithische Tijd. Nu heeft het nog steeds een centrumfunctie in de regio; het oogt welvarend.
Omdat dit stadje zo dichtbij ligt dat we er naar toe kunnen fietsen laten we een echte bezichtiging nu achterwege. Als het morgen beter weer is gaan we er opnieuw naar toe.
Nu beperken we ons tot een machiatto en een kort rondje winkels. Ageeth scoort voor €5,90 een leuke tas en ik, een sportief poloshirt met lange mouwen dat sterk is afgeprijsd en voor €12,95 weg mag. Zo dat is binnen. Intussen is het weer gaan regenen, het is guur.
We vervolgen de langs de kust kronkelende weg die ons naar Castellabate, een tegen de berg geplakt dorpje, voert. Het is gebouwd om de Castrum Abbatis, het kasteel van de Abdij San Costabile Gentilcore.
De periode van de bouw van dit kasteel tussen de 11e en 15e eeuw, men had tijd, was er een van grote groei en bloei. Het werd het belangrijkste landgoed van Cilento. Het dorpje is een Venetië van, door trappen aan en met elkaar verbonden, zeer smalle straatjes; geen verkeer dus.
Op het centrale pleintje heerst een uitbundige sfeer. Een lange tafel midden op het pleintje is opgedist met prachtige gerechten. Van dit tafereel wordt door de RAI televisieopnames gemaakt.
Lieftallige en bevallige dames, een tweeling, zijn de blikvangers, zij geven tekst en uitleg aan de kijkers thuis. Zij in het midden, geflankeerd door de restauranthouder en kok en omringd door een gezelschap van burgemeester, notabelen en de twee carabinieri. De regen kan hen niet deren, licht gekleed en gewoon blijven lachen, juichen en applaudisseren.
Kijk dat maken wij mooi mee, geinig toch!
Van de 280 m. hoogte dalen we via de haarspeldbochten weg naar het aan de kust gelegen Santa Maria di Castellabate, een charmant kustplaatsje met mooi strand.
We krijgen zo langzamerhand wel trek maar in dit jaar getijde is er bijna geen pizzeria c/q restaurant open. Nou ja we komen vast wel wat tegen. Kleine crackers stillen de trek wel even.
We gaan via San Marco, een vissersplaatsje, naar Punta Licosa.
Op de punt kun je niet komen want dat is privéterrein (!), het is wel een leuk weggetje en een leuk piepklein centrumpje. Terug naar de hoofdweg stoppen we bij een uitspanning die open lijkt, niet dus.
Hup door naar Montecorice wederom een tegen de heuvel gebouwd dorpje. Aangetrokken door het bord Pizzeria Pippo, de trek speelt weer op, slaan we linksaf steil het dorp in. En ja hoor, Pippo dicht.
Hoewel het dorpje wordt beschreven als het ideale dorp voor het absolute relaxen, kan het ons niet bekoren. Wij gaan door naar Angone.
Ook dit is een leuk kustplaatsje met aardige boulevard, maar het ziet er nu in de regen en in deze tijd troosteloos uit. Ook hier alles dicht.
Ja, dat is natuurlijk wel een nadeel als je in deze periode hier bent. Voordeel is dat je wel overal kunt komen en overal bij kunt. Er is nauwelijks verkeer, geen toerist te zien natuurlijk.
Het beeld van kust en zee is prachtig en dat kunnen we op ons gemak tot ons nemen.
Elk nadeel heb z’n voordeel, vice versa.
Tussen Agnone en Acciaroli ligt een prachtig zandstrand en de zee is kristalhelder, althans zo staat het beschreven. Bij dit grauwe weer wordt dit beeld ons niet vergund, maar wij geloven het graag.
In Acciaroli, eveneens een pareltje aan de kust, is zowaar een restaurant, nee maar liefst twee, open. We kiezen voor restaurant Mediterranee dat half boven de zee hangt.
Binnen staat de grote flatscreen tv aan en zitten eigenaresse, kok en ober daar naar te kijken in afwachting van en hoop op klanten. Met onze komst wordt hun geduld beloond.
We zijn eigenlijk om 14.30 uur aan de late kant voor de lunch, maar we zijn van harte welkom. We zijn, uiteraard, de enige gasten.
Het tafeltje aan et raam biedt ons geen vrij zeebeeld want de ballastöres kunnen niet omhooggetrokken worden, kapot! Italiaanser kan het niet.
Het is fris (bijna koud) in het restaurant waar een terrasverwarmer enige verwarming biedt.
Ageeth kiest voor de risotto met vis en ik ga voor de zwaardvis, graag met frites, vraag ik.
Dit is een apart ‘gerecht’ dus dat moet apart besteld worden.
De frites komen als eerste dus we vallen maar alvast aan, de hoofdgerechten laten nog op zich wachten. Ze worden opgediend als de frites al op zijn, geeft niet.
De hoofdgerechten zijn heerlijk.
Erg lekker die zwaardvis en Ageeth’s risotto doet er niet voor onder; top!
De witte wijn met lichte tinteling, gewoon in een karafje, is niet alleen erg lekker maar past prima bij deze gerechten.
Voldaan en verkwikt stappen we in de bus waar Kwazi in diepe rust blijkt.
We hebben wel genoeg gezien en gedaan vandaag, we gaan terug zodat we voor donker terug zijn.
Morgen zien we wel weer….




Omgeving (3), Palinura e.o…
Na een nacht vol, donder, bliksem en hoos/hagelbuien gaan we vandaag, vrijdag 03/02 naar Palinura. In één ruk over de SS18 naar Palinuro, oorspronkelijk Palinurus (van het Griekse Palin, ‘opnieuw’ (Sarah Palin!) en Ouros, ‘wind’; altijd wind dus).
Vergilius beschrijft in de Aeneas de stuurman Palinurus. Elk jaar, eind augustus vieren de inwoners ‘La Notte del Mito’(nacht van de mythe), ter ere van de dappere stuurman Palinurus. Homerus noemt hem in de Odyssee als Ulysses Palinurus vraagt om hem te vergezellen op zijn moeilijke reis naar Ithaca.
Op het strand van Mingardo wordt door honderden gekostumeerde bewoners dit toneelstuk opgevoerd. Dat willen we wel eens zien, want de streek in het algemeen en de Cilento kust in het bijzonder spreekt ons zeer aan. Ook de moeite waard om hier in de (na)zomer weer eens terug te komen om de Primula Palinuri, het officiële symbool van het Nationale Park van Cilento en de Diano Vallei, in volle bloei te zien. Het moet prachtig zijn, zeker vanaf zee, om de roze rotsen en de goudgele met de groene leerachtige bladeren als rozetten er omheen.
En de bijzonder in en rond de Kaap Palinura de mooie baaien en grotten (32), waarvan de Grotta Azzurra, de naamgeving zegt het al, de helder blauwe kleur van het water en de Grotta dei Manaci (grot van de Monniken) de bekendste zijn.
Het is ook een kustplaatsje waar de nationale en internationale jetset komt toeven, over land of over zee. Dit alleen is natuurlijk al reden genoeg voor ons om een kijkje te nemen.
Zoals overal is het er nu uitgestorven en vaart er geen bootje naar de grotten. Wel kunnen we via een pad de heuvel oplopen. Weliswaar behoorlijk modderig maar ja, je wilt wel wat zien.
Na een half uur komen we bij de ruines van wat ooit een kasteel was. Van hier nog een stuk verder geklommen over het pad dat naar de tweede fortificatie leidt. Er zijn ook duidelijk sporen van geschutskoepels die hier in WOII dienst zullen hebben gedaan.
Het spreekt voor zich dat hier van bovenaf het uitzicht prachtig is, 180 graden zeezicht en Palinura met haven en baai in Faller formaat.
Met elke stap verder betrekt de lucht zodat we besluiten dat omdraaien verstandig is. Bijna weer beneden nemen we even de tijd om onze broodjes te eten. Goed en wel happend begint de eerste druppels te vallen; inpakken en wegwezen!
Van Palinuro nemen we de kustweg naar Pisciotta een heel oud stadje, ja daar barst het hier van, dat ligt op een hoogte van 170 m. En, inderdaad een mooi plaatsje dat er mooi opgepoetst bij ligt. Via de Via Roma komen langs de 18e eeuwse kapel van Mercede, het artistieke Piazzetta Pagano met de voorname patriciërshuizen, de Moederkerk ter verering van Paulus en Petrus en op het hoogste deel ligt het 17e eeuwse Palazzo Ciaccio. Van het Franciscaner klosster uit de 16e eeuw restten alleen de buitenmuren. Middenin het stadje is een baileybrug gelegd om een heel slecht stuk wegdek te ‘overbruggen’. Wat zijn ze toch creatief.
Van hieruit door naar Ascea een dorpje dat haar hoogtedagen vierde in de 15e eeuw toen het behoorde tot het grondgebied van Castellammare della Bruca. Al kronkelend, haarspeldbocht na haarspeldbocht, leuk rijden, werken we ons omhoog de Terradura in. De naam zegt het al, harde grond, niettemin heel veel olijfbomenboomgaarden waar omheen groene netten zijn gedrapeerd om de olijven op te vangen. Terradura is tevens de naam van een gehucht dat tegen de heuvel is aangeplakt tussen niks en nergens. Prachtige omgeving, mooi glooiend gebied afgewisseld met ruige rotsformaties en geregeld een schitterend beeld op de zee.
hier in de lente/zomer rondrijden lijkt ons wel wat; onthouden!
Via de bergdorpjes Catona, Mandia, Santa Barbara, waarvan Ageeth maar een deel heeft meegekregen want het ‘omhoogdraaien’ maakt slaperig, komen we bij Ceraso. Daar pikken we de SS18 op en drie kwartier later zijn we weer ‘thuis’. Zo, dat hebben we toch maar weer mooi gezien en maar goed ook. Want het is een pracht stuk Italië.
De kust en het achterland zijn prachtig, de (kust)plaatsjes ademen het (verre) verleden en de zandstranden zijn fraai aan de vloedlijn maar een zooi aan het eind.
Ongelooflijk die ‘vuilziekte’ in dit land. Portugal vond ik toentertijd al smerig, maar Italië, van wat we er tot nu toe van gezien hebben is spant de kroon. Ze donderen letterlijk alles in de berm, de valleien; eigenlijk alles wat op een gat lijkt. Onvoorstelbaar. Maar dan wel in de supermarkten plastic handschoenen om fruit en groente te pakken!
Misschien dat ze voor het toeristenseizoen begint men een grote opruimactie onderneemt, maar ik betwijfel het. Hier zou zo’n vuilopraapkorf achter een trekker, zoals op de stranden in ons land wordt gebruikt, weldaden kunnen verrichten.
Een ander aspect dat de Thyrreense kust aantrekkelijk maakt is het ontbreken van kwallen zoals die wel bij de Adriatische kusten voorkomen. En, behalve de kust is het achterland bijzonder interessant.

Zaterdag, winkeldag….
Vandaag gaan we terug naar Agropoli. De bedoeling om op de fiets te gaan wordt door het weer gedwarsboomd. De nacht was evenals gisteren weer heftig; God’s tranen lijken onophoudelijk en onmetelijk.
Op het locale groente- en fruitmarktje slaan we van beider soort in. In dezelfde Bar/café bereidt Mama ons een prima machiatto lungo.
Ditmaal wandelen we de lange winkelstraat in, het is een typische gezellige zaterdagdrukte.
De winkels zijn een wonderlijke schakering van peperduur tot kringlooptype. In een familiezaak, ze zijn er allemaal, van aantrekkelijk (af)geprijsde artikelen slaag ik, voor weinig €45, in de koop van twee jeans, een zwarte en een donkerbruine. En op de terugweg aan de overkant in een soortgelijke zaak een mooie blauwe jeans voor €25. Zo kan ik de uitgewoonde broeken eindelijk eens weggooien. In dezelfde winkel ziet Ageeth een fraaie fuchsia roze Snoopy jogging outfit. Maar, de luiken worden al gesloten dus dan maar niet.
Op de camping werken we lekker in de bar/restaurantruimte, waar de open haard voor een behaaglijke temperatuur zorgt, Ageeth haar Nedklokwerk en ik, onder het genot van een heerlijk zachte Grappa, aan het journaal. En we kijken naar de mails.
Om 16.30 ga ik naar de kapper om m’n baard, nou ja, in model te laten scheren. Het is zoals gebruikelijk gezellig druk bij de kapper, ik heb m’n boek bij me want het is nog wel even wachten. De kapper is een vakman, hij begrijpt precies wat ik bedoel en maakt er wat moois van. Zo nu maar eens kijken wat er in de loop der tijd wordt.
Aan het eind van de middag gaan we nog even terug voor de jogging outfit die voor slechts €15 wordt aangeschaft. Met een heerlijk verse pasta van Massimo sluiten we de dag af.

Genoeg is genoeg…..
Vandaag, zondag 05/02, die met mooi weer begint, nemen we een rustdag ter voorbereiding op ons vertrek morgen. Het is tijd om verder te trekken. We hebben hier genoten van zee en strand en van de omgeving. Morgen gaan we Calabria in naar Fuscaldo waar een camping open is. Dit wordt de laatste plaats voordat we oversteken naar Sicilië. Veel later dan we aanvankelijk dachten, maar dit ritme bevalt ons prima. No hurry, no worrie!
Het weer is ok, het zonnetje schijnt en er staat een briesje. Prima weer om nog even een wasje te draaien.
Eerst voor het ontbijt verse broodjes en verse pasta, ravioli, gehaald. Heel prettig dat de winkels hier op zondagochtend open zijn.
De volgende camping ligt volgens mij ook aan zee, dus de verfrissende ochtend en middag strandwandeling met Kwazi kan een vervolg krijgen. We gaan de quasi Autostrada mijden, we gaan gewoon over de SS18. Is ook een mooie en in deze tijd rustige route. En, we hebben geen haast!
Tot etappe 12, Calabria….

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Ernst

Actief sinds 18 Nov. 2011
Verslag gelezen: 1791
Totaal aantal bezoekers 70992

Voorgaande reizen:

07 November 2011 - 07 November 2012

Door 'Euro'pa.....

Landen bezocht: